3.7.Met de grieven I, II en III voert de VvE aan dat de voorzieningenrechter onvoldoende en onvolledig de vaststaande feiten heeft weergegeven.
Het hof heeft de feiten hiervoor opnieuw vastgesteld, zodat de VvE bij deze grieven geen belang meer heeft. Feiten waarop de VvE zich beroept en die nog niet zijn vermeld komen, voor zover relevant, hierna bij de verdere beoordeling nader aan de orde.
3.8.1.Met grief IV komt de VvE in de kern op tegen de uitleg in het bestreden vonnis van de beschikking van het hof van 3 oktober 2010. Ten onrechte heeft de voorzieningenrechter, aldus de VvE, overwogen dat -naar zijn interpretatie- volgens het hof voldoende is dat de trap, het toilet, de keuken en de verwarmingsinstallatie door Doleen moeten worden weggehaald.
De VvE voert daartoe aan dat het hof besluit 1 uitsluitend heeft vernietigd “
voorzover daarin is bepaald dat Doleen dient te verwijderen de vloer- en wandafwerking en binnenmuren en de vloer ter plaatse van alle doorgangen naar de kelder dient aan te helen”.
3.8.2.Het hof overweegt als volgt. Partijen twisten over de vraag of Doleen heeft voldaan aan haar verplichtingen, zoals die voortvloeien uit besluit 1 zoals dat geldt na de gedeeltelijke vernietiging daarvan bij de beschikking van 3 oktober 2010. Daarbij is allereerst de uitleg van die beschikking aan de orde.
Het hof stelt voorop dat bij de uitleg van een rechterlijke beslissing als maatstaf heeft te gelden de bewoordingen van de beslissing in het licht van de hele tekst en het stelsel van de uitspraak. In dat kader is het volgende van belang.
In r.o. 3.19 heeft het hof zijn beslissing tot gedeeltelijke vernietiging van besluit 1 als volgt gemotiveerd en toegelicht:
“Wel is het hof van oordeel dat besluit 1 gedeeltelijk dient te worden vernietigd, te weten voor zover daarin is beslist dat Doleen ook de vloer- en wandafwerking en binnenmuren dient te verwijderen en de vloer ter plaatse van alle doorgangen naar de kelder dient aan te helen. Het hof is van oordeel dat besluit 1 in zoverre gelet op de door Doleen te maken kosten, naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Voldoende voor het door de VvE beoogde handhavend optreden van de VvE is het weghalen van de trap, het toilet, de keuken en de verwarmingsinstallatie.”
3.8.3.Uit met name de in de laatste zin van die overweging gegeven toelichting blijkt naar het voorlopig oordeel van het hof dat het hof met de beschikking beoogde (“voldoende vond”) dat Doleen de trap, het toilet, de keuken en de verwarmingsinstallatie diende weg te halen. Dat de letterlijke tekst van besluit 1 met inachtneming van de gedeeltelijke vernietiging iets ruimer is, dwingt voorshands niet tot een andere uitleg. De stelling van VvE dat bij een verschil in uitleg tussen het dictum en de daaraan ten grondslag liggende motivering, de letterlijke tekst van het dictum dient te prevaleren, kan in zijn algemeenheid niet als juist worden aanvaard. Zeker niet in deze zaak, waarin het dictum leidt tot een niet gemakkelijk te lezen bekrachtigd deel van besluit 1 en in de motivering van de beslissing duidelijk is aangegeven welke rechtsgevolgen het hof wel heeft beoogd met zijn gedeeltelijke vernietiging van dat besluit 1.
3.8.4.Het vorenstaande leidt ertoe dat Grief IV in zoverre faalt en dat vervolgens moet worden beoordeeld of Doleen, naar het voorshands oordeel van het hof, heeft voldaan aan haar verplichting tot het weghalen van de trap, het toilet, de keuken en de verwarmingsinstallatie. Daarop zien ook de grieven IV en V
Is de trap verwijderd/weggehaald?
3.9.1.De VvE heeft aangevoerd dat enkel traptreden zijn verwijderd en niet de muurdelen waarop de traptreden steunen. Uit de overgelegde foto’s en (op een USB-stick opgeslagen en ter zitting getoonde) video-opname blijkt genoegzaam dat de trap gesloopt, weggehaald en verwijderd is. Dat er in de muren aan weerszijden van de plaats waar de trap zich bevond nog stenen uitsparingen zijn, doet naar het voorlopig oordeel van het hof niet af aan het feit dat de trap verwijderd is in de zin van de beschikking van 3 oktober 2013. Ook enige trapleuning is niet aanwezig.
3.9.2.Uit de overgelegde foto’s en video-opname blijkt dat er geen keuken meer aanwezig is. Dat zich in of tegen de muur nog enkele leidingen of kabels bevinden, doet naar het voorshands oordeel van het hof niet af aan die conclusie.
Is het toilet weggehaald?
3.9.3.Uit de overgelegde foto’s en video-opname blijkt dat de toiletpot verwijderd is; er resteert nog een achterwand met volgens de VvE een stortbak. Naar het voorlopig oordeel van het hof is met het loskoppelen en volledig verwijderen van de toiletpot (en, naar bij gelegenheid van het pleidooi door de VvE niet langer is betwist: ook de deur van het voormalige toilet) voldaan aan de veroordeling tot verwijdering van het toilet. Daar komt bij dat volgens de beschikking van 3 oktober 2013 niet van Doleen kan worden gevergd de vloer- en wandafwerking en binnenmuren te verwijderen. Doleen heeft gesteld dat de stortbak en verdere leidingen van het voormalig toilet geheel in de muur zijn verwerkt. Het tegendeel daarvan is in het bestek van dit kort geding niet komen vast te staan. Bij deze stand van zaken is er naar het voorshands oordeel van het hof geen grond aanwezig om Doleen thans tot het verrichten van verdergaande werkzaamheden (het slopen van leidingen en de stortbak uit de muren) te veroordelen.
3.9.4.Daarnaast was ook sprake van een hangend urinoir. Het urinoir is losgekoppeld. Bij pleidooi is gebleken dat het urinoir nog los in de kelder ligt. In zoverre is niet voldaan aan de verplichting tot het verwijderen van het toilet. De vordering van de VvE tot het verwijderen van de losgekoppelde urinoir is toewijsbaar.
Is de verwarmingsinstallatie weggehaald
3.9.5.Uit de foto’s en video-opname blijkt dat zich in de kelder geen verwarmingsinstallatie bevindt. Doleen heeft bij pleidooi uiteengezet dat zij haar appartement thans, anders dan voorheen, niet met gas maar elektrisch verwarmt en dat de (nieuwe) verwarmingsinstallatie zich niet in de kelder maar in het appartement op de begane grond bevindt. De VvE heeft dat bij gelegenheid van het pleidooi niet betwist en uit het door de VvE overgelegde proces-verbaal van opname van de situatie in de kelder van 23 juni 2015 blijkt niet dat in de kelder nog een verwarmingsinstallatie aanwezig is.
3.9.6.Voor wat betreft de losgekoppelde radiator die volgens het zojuist genoemde proces-verbaal in de kelder op de vloer staat, geldt hetzelfde als voor het zojuist genoemde losgekoppelde toilet: deze dient uit de kelder verwijderd te worden. In besluit 1 ligt immers besloten dat Doleen de kelder diende te ontruimen, dat wil zeggen losse roerende zaken van haar uit de kelder diende te verwijderen. In zoverre is besluit 1 niet aangetast door de beschikking van het hof van 3 oktober 2015. Voor de (andere) radiator die nog aan de muur hangt, geldt dit niet. Dat is geen losse roerende zaak. Naar het voorlopig oordeel van het hof heeft de VvE thans onvoldoende belang om verwijdering van die radiator te vorderen.
Conclusie en verder afwikkeling
3.10.1.Dat er nog andere losse roerende zaken van Doleen in de kelder aanwezig zijn die zij uit die kelder moet verwijderen, is naar het oordeel van het hof niet komen vast te staan. Het hof overweegt in dat verband meer in het bijzonder dat Doleen heeft gesteld dat de kluis, die genoemd is in het proces-verbaal van 23 juni 2015, niet door haar is geplaatst maar al in de kelder aanwezig was en voorheen door de belastingdienst werd gebruikt, terwijl Doleen ook geen gebruik kan maken van deze kluis omdat zij daarvan geen sleutel of toegangscode heeft. Dat deze stellingen onjuist zijn is binnen het bestek van dit kort geding niet komen vast te staan.
3.10.2.Bij verwijdering van de vuilwaterpomp heeft de VvE naar het voorlopig oordeel van het hof onvoldoende spoedeisend belang. Naar het oordeel van het hof heeft Doleen genoegzaam aannemelijk gemaakt dat met de aanwezigheid van die pomp het belang van de gezamenlijke appartementseigenaren wordt gediend, door schade door optrekkend vocht te voorkomen. Dit nog daargelaten het feit dat de beschikking van het hof van 3 oktober 2013 naar het voorlopig oordeel van het hof niet tot verwijdering van de vuilwaterpomp noopt.
3.10.3.Tot slot overweegt het hof dat zowel uit de foto’s als uit de video-opname blijkt dat sprake is geweest van een zodanige sloop van de keuken, de trap, het toilet, inclusief urinoir dat het illusoir is om te veronderstellen dat de kelder op korte termijn en met weinig werkzaamheden weer kan worden hersteld in de staat waarin hij zich bevond. Naar het voorshands oordeel van het hof kan bij de VvE in redelijkheid niet de vrees bestaan dat Doleen de kelder wederom onrechtmatig in gebruik zal nemen.
3.10.4.De slotsom is dat de vordering van de VvE enkel wordt toegewezen voor wat betreft de verwijdering van de los in de kelder staande radiator en het in de kelder aanwezige losse urinoir. Enkel in zoverre zal het bestreden vonnis worden vernietigd. Het hof zal de gevorderde dwangsom, mede in verband met het beperkt karakter van deze veroordeling, matigen als na te melden.
3.10.5.Doleen wordt tevens veroordeeld om de VvE in de gelegenheid te stellen om in de kelder vast te stellen of het urinoir en de losstaande radiator zijn verwijderd. In verband met de aanstaande vakantieperiode, zal het hof aan de veroordeling tot verwijdering en de tussen partijen te maken afspraak in verband met de vaststelling of aan de uitspraak is voldaan een termijn van 8 weken verbinden
3.10.6.Gelet op het voorgaande is de VvE naar het oordeel van het hof de grotendeels in het ongelijk gestelde partij. Het hof zal het bestreden vonnis daarom bekrachtigen, voor zover de VvE bij dat vonnis in de kosten van het geding in eerste aanleg is veroordeeld.