ECLI:NL:GHSHE:2015:252
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M.C. Bijleveld-van der Slikke
- E.L. Schaafsma-Beversluis
- M.L.F.J. Schyns
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de beschikking tot ontheffing van het gezag over een minderjarige
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 29 januari 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ontheffing van het gezag van de moeder over haar minderjarige kind, geboren in 2004. De moeder, die in hoger beroep ging tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 30 juni 2014, stelde dat zij in staat was om voor haar kind te zorgen en dat de eerdere beslissing op basis van verouderde informatie was genomen. De Raad voor de Kinderbescherming had verzocht om de ontheffing van het gezag, omdat de moeder volgens hen niet in staat was om de zorg voor haar kind adequaat te vervullen. De stichting Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant steunde dit verzoek en voerde aan dat er een lange geschiedenis van hulpverlening was geweest zonder dat er significante verbeteringen waren opgetreden in de thuissituatie van de moeder.
Tijdens de mondelinge behandeling op 2 december 2014 zijn zowel de moeder als vertegenwoordigers van de Raad en de stichting gehoord. De moeder betwistte de claims van de Raad en de stichting en voerde aan dat zij wel degelijk vooruitgang had geboekt en dat de hulpverlening niet adequaat was geweest. Het hof overwoog dat er onvoldoende recent onderzoek was gedaan naar de pedagogische vaardigheden van de moeder en dat de Raad zijn verzoek onvoldoende had onderbouwd. Het hof concludeerde dat de moeder niet op een eerlijke manier was beoordeeld en dat er geen gegronde redenen waren om haar het gezag te ontnemen.
Uiteindelijk heeft het hof de beschikking van de rechtbank vernietigd en het verzoek van de Raad tot ontheffing van het gezag afgewezen. Dit betekent dat de moeder haar gezag over haar kind behoudt, en dat er meer onderzoek nodig is om de situatie van de moeder en het kind te evalueren.