ECLI:NL:GHSHE:2015:2628
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verval van aanhangigheid van het geding door niet tijdig inschrijven op de roldatum
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 14 juli 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep. De zaak betreft een geschil tussen [appellant] en [geïntimeerde], waarbij de vraag centraal staat of de aanhangigheid van het geding is vervallen omdat de geïntimeerde niet tijdig op de aangezegde roldatum heeft ingeschreven. De advocaat van de geïntimeerde heeft gesteld dat hij in contact is geweest met de griffie van het hof en dat hij op basis van de informatie van de rolgriffier heeft gehandeld. Het hof heeft echter geoordeeld dat de geïntimeerde niet tijdig een herstelexploot heeft uitgebracht, zoals vereist volgens artikel 125 lid 5 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Het hof heeft vastgesteld dat de geïntimeerde op de hoogte was van de noodzaak om de zaak tijdig in te schrijven, maar dit niet heeft gedaan. De mogelijkheid om de aanhangigheid te herstellen door het uitbrengen van een herstelexploot is niet benut. Het hof concludeert dat de aanhangigheid van het geding is vervallen, omdat er geen expliciete of stilzwijgende toestemming van de wederpartij is om de zaak alsnog op de rol te plaatsen. De uitspraak van het hof is openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op dezelfde datum.