Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
.
- de vrouw, bijgestaan door mr. Liem. De vrouw is tevens bijgestaan door mevrouw V.M. Corcelle, tolk in de Franse taal;
- de man, bijgestaan door mr. Van der Vegt-Boshouwers;
- de Raad voor de Kinderbescherming (hierna te noemen: de raad), vertegenwoordigd door mevrouw [vertegenwoordiger raad].
- de brief van de raad d.d. 27 mei 2014;
- het V6-formulier met bijlage ingediend door de advocaat van de vrouw op 2 december 2014;
- het V6-formulier met bijlage ingediend door de advocaat van de man op 4 december 2014;
- de ter zitting door mr. Van der Vegt-Boshouwers overgelegde en voorgedragen pleitnotities.
3.De beoordeling
- het hoofdverblijf van de kinderen bij de man bepaald;
- inzake de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken een regeling tussen de vrouw en de kinderen vastgesteld waarbij de vrouw gerechtigd is tot contact met de kinderen:
- bepaald dat de vrouw als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen een bedrag van € 261,-- per kind per maand aan de man dient te voldoen;
- bepaald dat de vrouw gehouden is alle persoonlijke goederen van de kinderen aan de man over te dragen, waaronder in ieder geval begrepen kleding, speelgoed en schoolspullen, alsmede het stapelbed dat eigendom is van de man.