ECLI:NL:GHSHE:2015:2678

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
14 juli 2015
Publicatiedatum
14 juli 2015
Zaaknummer
HD 200.167.887_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voegingsincident in hoger beroep tussen vennootschap naar Belgisch recht en geïntimeerde

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch werd behandeld, betreft het een voegingsincident in hoger beroep. De vennootschap naar Belgisch recht, gevestigd in België en tevens kantoorhoudende in Nederland, heeft op 26 maart 2015 hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, gewezen op 28 januari 2015. In het incident heeft de vennootschap gevorderd om de onderhavige zaak te voegen met een andere aanhangige zaak bij het hof, waarin de geïntimeerde als appellant optreedt. De geïntimeerde heeft ingestemd met deze voeging.

Het hof heeft vastgesteld dat de zaken met elkaar verknocht zijn, zoals bepaald in artikel 353 lid 1 Rv in verbinding met artikel 222 Rv. De beslissing over de proceskosten in het incident is aangehouden tot de einduitspraak in de hoofdzaak. De hoofdzaak is verwezen naar de rol voor memorie van grieven aan de zijde van de vennootschap naar Belgisch recht, waarbij iedere verdere beslissing is aangehouden.

Het arrest is gewezen door de rechters S.M.A.M. Venhuizen, C.N.M. Antens en M.G.W.M. Stienissen en is op 14 juli 2015 in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
zaaknummer HD 200.167.887/01
arrest van 14 juli 2015
gewezen in het incident tot voeging ex artikel 222 Rv in de zaak van
de vennootschap naar Belgisch recht
[de vennootschap naar Belgisch recht],
gevestigd te [vestigingsplaats] , België,
tevens kantoorhoudende in Nederland te [kantoorplaats] ,
appellante in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat: mr. F. Wubbena te Oosterhout NB,
tegen
[geïntimeerde] ,
wonende te [woonplaats] ,
geïntimeerde in de hoofdzaak,
verweerder in het incident,
advocaat: mr. C.C. Wijburg te Utrecht,
op het bij exploot van dagvaarding van 26 maart 2015 ingeleide hoger beroep van het door de kantonrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, gewezen vonnis van 28 januari 2015 tussen appellante – [de vennootschap naar Belgisch recht] – als gedaagde en geïntimeerde – [geïntimeerde] – als eiser.

1.Het geding in eerste aanleg (zaaknr. 2476787 CV EXPL 13-7303)

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis en het tussenvonnis van 13 november 2013.

2.Het geding in hoger beroep

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding in hoger beroep;
  • de incidentele conclusie tot voeging met producties;
  • de antwoordconclusie in het incident.
Het hof heeft daarna een datum voor arrest in het incident bepaald.

3.De beoordeling

In het incident
3.1.
[de vennootschap naar Belgisch recht] heeft gevorderd de onderhavige zaak te voegen met de eveneens bij het hof (onder zaaknummer HD 200.167.892/01) aanhangige zaak tussen [geïntimeerde] als appellant en [de vennootschap naar Belgisch recht] als geïntimeerde.
3.2.
Bij antwoordconclusie in het incident heeft [geïntimeerde] ingestemd met de gevorderde voeging van beide zaken.
3.3.
Gelet op het bepaalde in artikel 353 lid 1 Rv in verbinding met artikel 222 Rv kan de gevraagde voeging worden bevolen, nu de hiervoor genoemde zaken met elkaar verknocht zijn.
3.4.
Het hof zal de beslissing over de kosten van het incident aanhouden tot de einduitspraak.
In de hoofdzaak
3.5.
De zaak wordt naar de rol verwezen voor memorie van grieven aan de zijde van [de vennootschap naar Belgisch recht] . Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

4.De beslissing

Het hof:
in het incident:
beveelt de voeging van de onderhavige zaak (zaaknummer HD 200.167.887/01) met de bij dit hof aanhangige zaak met zaaknummer HD 200.167.892/01 tussen [geïntimeerde] als appellant en [de vennootschap naar Belgisch recht] als geïntimeerde;
houdt de beslissing over de proceskosten aan tot de einduitspraak in de hoofdzaak;
in de hoofdzaak:
verwijst de zaak naar de rol van 25 augustus 2015 voor memorie van grieven aan de zijde van [de vennootschap naar Belgisch recht] ;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. S.M.A.M. Venhuizen, C.N.M. Antens en M.G.W.M. Stienissen en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 14 juli 2015.
griffier rolraadsheer