In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een hoger beroep van Aspen International Europe B.V. tegen een vonnis van de kantonrechter van de rechtbank Limburg. Het hof behandelt een incident tot het treffen van een voorlopige voorziening op basis van artikel 223 Rv. De zaak is ontstaan uit een huurovereenkomst waarbij Aspen in reconventie is veroordeeld tot betaling van een bedrag aan de geïntimeerde, die in het incident zekerheid vordert voor de proceskosten. Het hof overweegt dat de vordering van de geïntimeerde niet toewijsbaar is, omdat Aspen reeds is veroordeeld tot betaling van de proceskosten in een uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis. De beslissing over de proceskosten in het incident wordt aangehouden tot de einduitspraak in de hoofdzaak. Het hof verwijst de zaak naar de rol voor partijberaad en houdt verdere beslissingen aan. De uitspraak is gedaan op 18 augustus 2015.