Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- primair te bepalen dat de overeenkomsten tussen partijen, houdende een regeling ter zake de kosten van de verzorging en opvoeding ten behoeve van hun minderjarige kinderen [dochter 2] , [dochter 1] en [zoon] , niet zullen worden gewijzigd, doch dat slechts de gewijzigde inkomsten van beide partijen daarin worden verwerkt en te bepalen dat het hoofdverblijf van de minderjarige [zoon] bij appellant blijft;
- subsidiair, voor het geval het hof van oordeel is dat hetgeen tussen partijen is overeengekomen dient te worden gewijzigd, te bepalen dat:
- bij de berekening van de draagkracht van de man niet wordt uitgegaan van zijn voorheen genoten inkomen, doch van zijn huidige inkomen en voor het geval de ontslagvergoeding hierbij mag worden meegenomen, dit te beperken in duur tot maximaal 1 oktober 2015;
- de door de man aan de vrouw verschuldigde bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen met ingang van 1 januari 2013 tot 1 mei 2014 op nihil wordt vastgesteld;
- de vrouw inzage dient te verschaffen in haar volledige inkomsten en vermogen, zodat, hiermee rekening houdende, haar aandeel in de kosten van de kinderen wordt bepaald, bij gebreke waarvan de bijdrage van de man in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen ingaande 1 januari 2013 op nihil wordt vastgesteld dan wel dat het hof daaraan de gevolgen verbindt die het hof geraden acht;
- de door de man aan de vrouw verschuldigde bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen met ingang van 1 mei 2014 op nihil wordt vastgesteld dan wel op een lager bedrag dan de vastgestelde bijdrage ad € 217,25 per maand per kind, althans op een zodanig bedrag en met ingang van een zodanige datum als het hof juist acht,
.
- de man, bijgestaan door mr. Lynen;
- de vrouw, bijgestaan door mr. Janssen-Wikkers;
- de raad, vertegenwoordigd door mevrouw [vertegenwoordiger van de raad] .
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg op 17 april 2014;
- het V8-formulier met één bijlage van de advocaat van de man d.d. 28 november 2014;
- de brief van de raad d.d. 23 september 2014;
- de brief met bijlagen van de advocaat van de man d.d. 6 mei 2015;
- het V6-formulier met bijlagen van de advocaat van de vrouw d.d. 12 mei 2015;
- het V6-formulier met bijlagen van de advocaat van de vrouw d.d. 13 mei 2015.
3.De beoordeling
- de posten “tandarts” (zesmaal) en “arts Oostenrijk” ad € 508,10 in totaal, nu deze kosten geacht worden declarabel te zijn;
- de posten “Sinterklaas” en “feest 2012” ad € 75,- in totaal en de posten “schriften” (tweemaal), “agenda”, “spoelwater beugel” ad € 31,29 in totaal, nu deze in redelijkheid tot de verblijfskosten bij de man dienen te worden gerekend;
- de post “pc” ad € 399,-, nu niet is gebleken dat de aanschaf van een pc voor de kinderen (op dat moment) noodzakelijk was en evenmin dat de pc enkel voor hun gebruik is aangeschaft.
- € 390,69 per kind per maand bedraagt per 1 januari 2013;
- € 394,21 per kind per maand bedraagt per 1 januari 2014;
- € 397,36 per kind per maand bedraagt per 1 januari 2015.
- € 329,69 per kind per maand per 1 januari 2013, dus € 989,07 totaal;
- € 346,21 per kind per maand per 1 januari 2014, dus € 1.038,63 totaal;
- € 234,36 per kind per maand per 1 januari 2015, dus € 703,08 totaal.
in 2013:
92,85
in 2014:
€ 97,50
- € 896,22 per maand ofwel € 298,74 per kind per maand voor rekening van de man en een gedeelte van € 92,85 per maand ofwel € 30,91 per kind per maand voor rekening van de vrouw in 2013;
- € 941,13 per maand ofwel € 313,71 per kind per maand voor rekening van de man en een gedeelte van € 97,50 per maand ofwel € 32,50 per kind per maand voor rekening van de vrouw in 2014;
- € 703,08 per maand ofwel € 234,36 per kind per maand voor rekening van de man in 2015.
- € 162,- per kind per maand in de periode van 1 januari 2013 tot 1 januari 2014;
- € 175,74 per kind per maand in de periode van 1 januari 2014 tot 1 januari 2015;
- € 95,28 per kind per maand met ingang van 1 januari 2015.
4.De beslissing
- [zoon] , geboren op [geboortedatum 1] 1998 te [geboorteplaats 1] ;
- [dochter 1] , geboren op [geboortedatum 2] 2000 te [geboorteplaats 2] ;
- [dochter 2] , geboren op [geboortedatum 3] 2002 te [geboorteplaats 2] ,
- € 162,- per kind per maand in de periode van 1 januari 2013 tot 1 januari 2014;
- € 175,74 per kind per maand in de periode van 1 januari 2014 tot 1 januari 2015;
- € 95,28 per kind per maand met ingang van 1 januari 2015, wat de nog niet verschenen termijnen betreft te voldoen bij vooruitbetaling;