In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, ging het om een incident tot voeging en een incident tot onbevoegdheid. De uitspraak vond plaats op 8 september 2015 en volgde op een tussenarrest van 14 juli 2015. De eiser in het incident tot voeging, woonachtig in België, verzocht om zich te mogen voegen in de procedure tussen Cycle Beheer B.V. en de geïntimeerde. Cycle Beheer B.V. was de appellante in de hoofdzaak en had mr. L.H.A.M. Andriessen als advocaat. De geïntimeerde, vertegenwoordigd door mr. D.J.M.C. Sieler, voerde verweer tegen de vordering van de eiser in het incident tot voeging. Het hof oordeelde dat de eiser geen eigen belang had bij de vordering en dat de vordering tot voeging daarom werd afgewezen. Tevens werd de eiser in de proceskosten van de geïntimeerde veroordeeld.
In het incident tot onbevoegdheid voerde de geïntimeerde aan dat de Nederlandse rechter niet bevoegd was om van de vorderingen kennis te nemen. Cycle Beheer voerde gemotiveerd verweer. Het hof oordeelde dat de vordering in het incident tot onbevoegdheid eveneens werd afgewezen. De kosten van dit incident werden aan de zijde van Cycle Beheer begroot op € 894,-. De hoofdzaak werd verwezen naar de rol voor het nemen van de memorie van antwoord, waarbij verdere beslissingen werden aangehouden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op dezelfde datum.