ECLI:NL:GHSHE:2015:4407
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- P.J.M. Bongaarts
- A.P. Zweers-van Vollenhoven
- J.H.Th. Veldman
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging van de weigering tot toelating in de schuldsaneringsregeling wegens niet te goeder trouw zijn en het ontbreken van jaarstukken
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 29 oktober 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de aanvraag van [appellant] voor toelating tot de schuldsaneringsregeling. De rechtbank Oost-Brabant had eerder, op 10 augustus 2015, het verzoek van [appellant] afgewezen. Het hof verwijst naar dit vonnis en constateert dat de totale schuldenlast van [appellant] € 155.544,98 bedraagt, waaronder aanzienlijke schulden aan het CJIB. De rechtbank oordeelde dat [appellant] niet te goeder trouw was geweest in de vijf jaar voorafgaand aan zijn verzoek, omdat een deel van zijn schulden voortvloeide uit een strafrechtelijke veroordeling. Het hof heeft de mondelinge behandeling op 21 oktober 2015 gehouden, waarbij [appellant] werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. H. Sanli.
Tijdens de behandeling heeft [appellant] betoogd dat de CJIB-boetes niet aan hem kunnen worden toegerekend, omdat zijn ex-vriendin de scooter gebruikte die op zijn naam stond. Hij voerde ook aan dat hij een taakstraf had gekregen voor het strafbare feit en dat de Hoge Raad had geoordeeld dat een vordering van het CJIB niet in de weg hoeft te staan voor de schuldsaneringsregeling. Het hof heeft echter geoordeeld dat de rechtbank terecht had vastgesteld dat de schulden aan het CJIB, die voortvloeien uit een onherroepelijke veroordeling, in de weg staan voor toelating tot de schuldsaneringsregeling.
Het hof heeft verder overwogen dat [appellant] niet de vereiste jaarstukken heeft overgelegd, waardoor het hof geen inzicht heeft gekregen in de zakelijke schulden en de financiële situatie van [appellant]. Ook het beroep op de hardheidsclausule werd afgewezen, omdat [appellant] niet voldoende heeft aangetoond welke omstandigheden zijn schulden hebben beïnvloed en welke controle hij daar nu over heeft. Het hof concludeert dat de rechtbank op goede gronden het verzoek van [appellant] heeft afgewezen en bekrachtigt het vonnis.