Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
20.177
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
4.Gronden
5.Beslissing
bevestigtde uitspraak van de Rechtbank.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om de vraag of de boekwinst behaald bij de verkoop van een perceel grond onder de landbouwvrijstelling valt. De belanghebbende, die samen met zijn broer een landbouwbedrijf exploiteert, heeft in 2006 percelen landbouwgrond ingebracht in de onderneming. In 2009 heeft hij een van deze percelen verkocht aan een koper die geen landbouwbedrijf exploiteerde. De Inspecteur heeft de boekwinst belast, omdat de koper het perceel niet aanwendde voor landbouwdoeleinden. De belanghebbende stelde dat de koper wel degelijk een landbouwbedrijf had en dat de landbouwvrijstelling van toepassing was. Het Hof oordeelt dat de koper geen landbouwbedrijf exploiteerde en dat de vrijstelling niet van toepassing is. Ook het beroep op de foutenleer faalt, omdat de belanghebbende niet heeft aangetoond dat er een fout is gemaakt bij de waardering van het perceel bij inbreng in de onderneming. Het Hof bevestigt de uitspraak van de Rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.