ECLI:NL:GHSHE:2015:63
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep kort geding
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de hardheidsclausule bij niet tijdige betaling van griffierecht in hoger beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in kort geding dat is ingeleid door de appellante tegen Stichting Volckaert. De appellante heeft op 25 juli 2014 een dagvaarding uitgebracht, waarna het hoger beroep is ingesteld tegen een vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 8 juli 2014. De zaak is behandeld op de openbare terechtzitting van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 12 augustus 2014.
De kern van het geschil betreft de niet tijdige betaling van het griffierecht door de appellante. De appellante had het griffierecht uiterlijk op 9 september 2014 moeten voldoen, maar dit is pas op 10 september 2014 betaald. De advocaat van de appellante heeft aangevoerd dat er problemen waren met de overgang naar een nieuw rekening-courantsysteem voor de inning van griffierechten, wat heeft geleid tot de vertraging in de betaling.
Het hof heeft vastgesteld dat de appellante niet benadeeld mag worden door de overgangsproblemen en heeft de hardheidsclausule van artikel 127a lid 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering toegepast. Hierdoor kan de appellante doorprocederen, ondanks de te late betaling van het griffierecht. Het hof heeft de memorie van grieven van de appellante geweigerd, maar komt hierop terug nu de appellante kan doorprocederen. De zaak is verwezen naar de rol voor memorie van antwoord aan de zijde van de geïntimeerde, en verdere beslissingen zijn aangehouden.