Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
,hoewel behoorlijk opgeroepen, niet ter zitting verschenen.
- de brief van rechtbank Limburg, met de mededeling dat er geen zitting heeft plaatsgevonden in eerste aanleg en er dus geen proces-verbaal is;
- het V-formulier van de eerdere advocaat van de man, mr. D.J.B. Loo, d.d. 2 juni 2014;
- het V-formulier d.d. 4 juli 2014 met brief met bijlagen van mr. Loo;
- het V-formulier van mr. Loo d.d. 2 oktober 2014, waarin deze zich aan de zaak onttrekt;
- het V-formulier met brief met bijlagen van de advocaat van de vrouw d.d. 7 januari 2015;
- het V-formulier d.d. 19 januari 2015 van de advocaat van de vrouw met brief met bijgevoegd een machtiging van [kind 1] aan de vrouw en mr. Van Vugt om zijn belangen ter zitting van het hof te behartigen en een verklaring dat hij instemt met de inhoud van het verweerschrift.
3.De beoordeling
.
aan de man.
aan de mankunnen of zullen worden verleend. Het hof overweegt voorts dat het uiteraard zo dient te zijn dat in het geval aan de man bedragen kunnen of worden verleend ten behoeve van de kinderen deze bedragen voor de kinderen moeten worden aangewend, zodat de rechtbank niet buiten de grenzen van de rechtsstrijd is getreden. Ook hetgeen de man overigens heeft aangevoerd, geeft het hof geen aanleiding voor het oordeel dat de rechtbank niet heeft kunnen bepalen dat de bijdrage van de man in de kosten van de kinderen dient te worden vermeerderd met het bedrag van iedere uitkering die krachtens geldende wetten of regelingen ten behoeve van de kinderen kan of zal worden verleend.