Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaaknr. 2172872 CV EXPL 13-5869)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven met producties;
- de memorie van antwoord;
- het pleidooi, waarbij partijen pleitnotities hebben overgelegd (en [geïntimeerde] daarbij nog twee producties heeft gevoegd);
- de bij brief van 20 januari 2016 door [appellante] toegezonden producties, die zij bij het pleidooi bij akte in het geding heeft gebracht.
3.De beoordeling
Overeenkomst van geldlening” opgesteld tussen [appellante] en [aanhangwagens] Aanhangwagens B.V. (hierna: [aanhangwagens] Aanhangwagens”), waarin staat vermeld dat [appellante] aan [aanhangwagens] Aanhangwagens in totaal, berekend per 31 december 2006, € 241.676,00 had geleend en dat partijen de gemaakte afspraken daaromtrent alsnog schriftelijk wilden vastleggen (prod. 10 tbv pleidooi van [appellante]).
Schuldbekentenis en onderhandse verpanding handelsvorderingen, voorraden en materiele vaste activa (stamakte)”(prod. 9 inl. dagv. en 7 mvg).
ter zake van te leen ontvangen bedragen”.
de terugbetaling van de hiervoor genoemde geldlening” door [aanhangwagens] Aanhangwagens aan [appellante] een eerste pandrecht wordt verleend op (onder andere) (art. 2 lid 1 sub d) “
alle huidige en toekomstige vorderingen (..) die de schuldenaar heeft op derden (..) dan wel die nog zullen ontstaan uit een thans al of niet bestaande rechtsverhouding terzake van de uitoefening van het bedrijf van de schuldenaar (..)”.
Deze zijn bijgevoegd.” De opdrachtbevestiging is door [geïntimeerde] ondertekend (prod. 2 inl dagv.).
U heeft niet gemeld, na ontvangst van de eerste 2 deuren, dat de scharnieren niet naar wens waren. (..) Wij gaan er vanuit dat wij met dit voorstel tot een gezamenlijke oplossing komen. Graag vernemen wij van u of u hiermee accoord gaat, zodat wij ze kunnen aanpassen.”(prod. 4 inl. dagv).
[medewerker van aanhangwagens] was zoals eerder aangegeven bekend met ons verwachtingspatroon. Ook was hij bekend dat wij per deurstel van € 900,- meer investeerde[n]
als bij de vorige deuren. Voor deze prijs mag ik ook zeker verwachten dat een en ander naar onze wens wordt hersteld en aangepast. (..) Het herplaatsen van de geleiders stangen op een aluminium strip vinden wij geen optie, dit heb ik [medewerker van aanhangwagens][[medewerker van aanhangwagens]]
al eerder aangegeven. De deuren worden er zeker niet mooier van, slechter schoon te maken en (..) het geeft meer speling op de sluitingen.
- kleinere scharnieren;
- montage geleiders stangen gelijke hoogte;
- montage duwstangen gelijke hoogte;
Overige problemen:
- afwerking roestvrij staal;
- laswerk roestvrij staal;
- beknellen van deur t.p.v. scharnier (beschadiging aluminium profiel);
- bovenpaneel geeft een bobbelige uitstraling;
- aandacht voor verstekken aluminium;
- afwerking bouten scharnieren;
- scheve scharnierpennen/laswerk scharnierpennen;
- inkorten scharnierpennen conform overleg (bovenste langer dan onderste).
Ik heb nu ruim 3 maanden 6 deurstellen staan welke niet gebruikt kunnen worden. Deze levering en manier van afwikkelen accepteer ik niet. [aanhangwagens] Aanhangwagens B.V. heeft niet geleverd wat ik heb besteld.”. Zodra [aanhangwagens] Aanhangwagens de aanbetaling aan [geïntimeerde] had terugbetaald, zou [geïntimeerde] de geleverde deurstellen aanbieden, zodat [aanhangwagens] Aanhangwagens deze kon ophalen, aldus [geïntimeerde] in deze brief.
Lijst van roerende zaken, machinerieën en werktuigen behorend bij de stampandakte d.d. september 2007 tussen [appellante] B.V. en [aanhangwagens] Aanhangwagens B.V.
1. In aansluiting op de tussen schuldenaar en schuldeiser aangegane pandovereenkomst geeft schuldenaar bij deze aan schuldeiser een eerste pandrecht gelijk schuldeiser van schuldenaar als pand aanvaardt op:
waarvoorhet pandrecht werd gevestigd - te weten de vordering van [appellante] op [aanhangwagens] Aanhangwagens - op 16 november 2011 niet meer bestond. Zo heeft hij onder meer gesteld dat de stukken die [appellante] heeft overgelegd ter onderbouwing van het bestaan van genoemde vordering daarvoor ontoereikend zijn. [geïntimeerde] wees erop dat die stukken zien op een rekening-courantverhouding van twee ondernemingen binnen één concern en dat in het geheel nog niet vaststaat dat ten tijde van de vestiging van het pandrecht (mede gezien de wettelijke imputatieregels) de oorspronkelijke lening waarvoor de zekerheid was verstrekt, niet al lang door betalingen in de periode tussen 30 september 2007 en 16 november 2011 (mva, nr. 9) was afgelost.
enkele aanpassingen door te geven” (mvg nr 8), de stelling van [appellante] bij pleidooi “
Nadat alles was geleverd, klaagde [geïntimeerde] over allerlei zaken” (pleitnota [appellante] nr 29), en de brief van [aanhangwagens] Aanhangwagens van 18 oktober 2011 waarin staat: “
De volgende dag heeft u gebeld en aangegeven dat u niet tevreden was met (..)”. Uit de stellingen van partijen blijkt juist dat een bedrijfsbezoek bij [geïntimeerde] heeft plaatsgevonden door [medewerker van aanhangwagens] van [aanhangwagens] Aanhangwagens, alwaar over de klachten van [geïntimeerde] is gesproken en dat de brief van [aanhangwagens] Aanhangwagens aan [geïntimeerde] van 18 oktober 2011 is geschreven naar aanleiding van dat bedrijfsbezoek.
Het bevreemd[t] mij dat de vordering (..) wordt overgenomen (..) daar wij zaken, welke nog niet afgehandeld zijn, doen met [aanhangwagens] Aanhangwagens B.V. In uw brief wordt geheel niet ingegaan op mijn brief (..). Ik heb dan ook geen vertrouwen dat [aanhangwagens] Aanhangwagens B.V. bereidwillig is de problematiek welke U bekend zijn op te lossen.”, zo schreef [geïntimeerde] aan [aanhangwagens] Aanhangwagens op 5 december 2011 (kennelijk nog niet op de hoogte van het faillissement van [aanhangwagens] Aanhangwagens).