In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om een incident dat is ingeleid door [geintimeerde] tegen de appellanten Cooking & Baking Systems B.V. en Prorent Nederland B.V. Het incident betreft de uitvoerbaarheid bij voorraad van een vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 2 juli 2014. De rechtbank had in dat vonnis de vorderingen van de appellanten afgewezen en hen veroordeeld tot betaling van schadevergoeding aan [geintimeerde]. De appellanten hebben hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Het hof heeft in het incident geoordeeld dat het belang van [geintimeerde] bij uitvoerbaarheid bij voorraad zwaarder weegt dan het belang van de appellanten bij behoud van de bestaande toestand. Het hof heeft vastgesteld dat [geintimeerde] als kleine zelfstandige veel last heeft van het uitblijven van betalingen, terwijl de appellanten onvoldoende hebben onderbouwd dat er een reëel restitutierisico bestaat. Het hof heeft daarom het vonnis van de rechtbank uitvoerbaar bij voorraad verklaard voor zover het de veroordelingen betreft. De proceskosten in het incident zijn gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt. De hoofdzaak is verwezen naar de rol voor beraad partijen, waarbij verdere beslissingen zijn aangehouden.