6.1Het gaat in deze zaak om het volgende.
[appellant] is op 17 oktober 2005 bij [Vleesveredeling] in dienst getreden als uitbener tegen een bruto weekloon van laatstelijk € 336,05.
[appellant] is arbeidsongeschikt geraakt als gevolg van klachten aan zijn rechterlies waaraan hij in januari 2012 is geopereerd.
Na een langdurige herstelperiode en een tweede liesoperatie is [appellant] door de bedrijfsarts uiteindelijk per 24 september 2012 volledig arbeidsgeschikt verklaard.
[appellant] heeft op 24, 25 en 26 september 2012 gewerkt, waarna hij zich weer ziek heeft gemeld.
Op 3 oktober 2012 is [appellant] bij de bedrijfsarts geweest die hem in staat heeft geacht tot het fulltime verrichten van zittend werk.
[Vleesveredeling] heeft [appellant] daarop verzocht om zich op 5 oktober 2012 te melden.
[appellant] heeft daaraan geen gevolg gegeven, waarna [Vleesveredeling] hem in de gelegenheid heeft gesteld zich op 8 oktober 2012 te melden. Dat deed zij bij brief van 5 oktober 2012, waarin het volgende staat:
“(...) Während Ihren Besuch an den Betriebsartz den 3. Oktober 2012 hat man Ihnen mitgeteilt das Sie sitzenden Tätigkeit verrichten können.
Wir als Arbeitgeber haben eine Arbeitsstelle so eingerichtet das Sie am 5. Oktober 2012 diese Tätigkeit auch ausführen können.
Am 4. Oktober 2012 haben wir das auch so mit einander abgestimmt.
Sie haben sich am 5. Oktober 2012 nicht gemeldet auf die Arbeit, ohne Meldung vorab. Das ist Verweigering der Arbeit.
Wir bieten Ihnen, Einmalig, die Möglichkeit sich den 8. Oktober 2012 zur Arbeit zu melden. Und zwar bis 06.00 Uhr um die entsprechende Arbeit zu Tätigen.
Wenn Sie nicht erscheinen sehen wir uns gezwungen einen Lohnstopp durch zu führen und Ihren Rücktritt zu fordern. (...)”.
Ook op 8 oktober 2012 is [appellant] niet op het werk verschenen. Bij brief van 9 oktober 2012 heeft [Vleesveredeling] aan [appellant] geschreven:
“(...) In unserem Brief von dem 5. Oktober 2012 haben wir Sie aufgefordert bei der Arbeit anwesend zu sein und zwar den 8. Oktober bis 06.00 Uhr.
Bis heute, den 9. Oktober 2012, haben Sie sich nicht gemeldet.
Wir bieten Ihnen die Möglichkeit um diese Woche die Arbeit wieder auf zu nehmen. Sollten Sie sich nicht Melden dann werden wir weitere Maβnahmen ergreifen. (...).”
i. [Vleesveredeling] heeft [appellant] op staande voet ontslagen bij brief van 12 oktober 2012, in welke brief het volgende staat:
“(...) Sowohl auf unserem Schreiben von dem 5. Oktober 2012 als auch von dem 9. Oktober 2012 haben wir von Ihnen keine Rückmeldung erhalten.
Deshalb informieren wir Ihnen das ab den 13. Oktober 2012 Sie fristlos entlassen werden wegen Verweigering der Arbeit. (...)”.
Bij brief van 16 oktober 2012 is namens [appellant] protest aangetekend tegen het ontslag op staande voet.
Volgens door de huisarts van [appellant] ingevulde verklaringen getiteld
“Arbeitsunfähig-keitsbescheinigung”bestemd voor de
“Krankenkasse”was [appellant] op 1 oktober 2012, 19 oktober 2012, 22 oktober 2012 en op 2 november 2012
“arbeitsunfähig”.
In een “
Ärtztliche Bescheiniging”van 2 november 2012 heeft de huisarts van [appellant] het volgende verklaard:
“(…) Patient is momentan unter gar keinen Umständen in der Lage, Arbeit zu verrichten bei denen schweres Heben/Tragen notwendig ist. (...).”
Op 6 december 2012 heeft [appellant] een deskundigenoordeel bij het UWV aangevraagd over de vraag:
“Is het werk dat ik moet of wil doen passend voor mij?”
Bij brief van 8 januari 2013 heeft het UWV aan [appellant] laten weten dat zij geen deskundigenoordeel kon geven omdat [appellant] niet kon concretiseren wat het passende werk inhield.
Bij e-mailbericht van 11 januari 2013 heeft mr. Leysen namens [appellant] (onder meer) een beroep gedaan op de nietigheid van het ontslag op staande voet wegens het ontbreken van de toestemming daartoe van de zijde van het UWV.
In een e-mailbericht van 19 februari 2013 schreef de toenmalige advocaat van [appellant] aan [Vleesveredeling] onder meer het volgende:
“(...) Volgens mededeling van het UWV kan men geen second opinion geven over de vraag of cliënt al dan niet in staat was tot het verrichten van werkzaamheden omdat men daartoe van u een opgave benodigd van de alternatieve werkzaamheden die cliënt naar uw mening wel had kunnen verrichten.
Mitsdien verzoek ik u mij op korte termijn concreet mee te delen welke werkzaamheden cliënt – gelet op zijn beperkingen/ziekte – naar uw mening wel had kunnen verrichten. (...).”
Bij brief van 19 februari 2013 reageerde [Vleesveredeling] daarop als volgt:
“(...) Er is aan de heer [appellant], gelet op zijn beperkingen/ ziekte, steeds medegedeeld dat er passend zittend werk voorhanden was. Deze zouden bestaan uit:
Deelname aan de cursussen: 1. Voedselveiligheid.
2. Food defense
3. Terroristenbestrijding
Bovenstaande is voor de IFS- audit noodzakelijk. Deze worden ook gegeven in de Poolse taal. (Voor een vleesbedrijf belangrijke certificering.)
Het labelen van producten en verpakkingen, werkzaamheden die zittend te verrichten zijn in een niet gekoelde ruimte.
Gelet op zijn jaren lange ervaring bij ons bedrijf kan hij uitstekend zittend de kwaliteitsbewaking aan de band controleren.
Wat betreft de mededeling van het UWV over de second opinion: Ook wij hebben contact gehad met de heer van der Heijden van het UWV inzake de heer [appellant]. Er werd van ons bedrijf geen informatie meer verwacht, alleen van diegene die zich meldt bij het UWV, in dit geval de heer [appellant]. (…)”.