ECLI:NL:GHSHE:2016:1521

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
19 april 2016
Publicatiedatum
20 april 2016
Zaaknummer
200 187 775_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegdheid van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch in hoger beroep tegen vonnis rechtbank Gelderland

In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingeleid door [appellant], h.o.d.n. [klussenbedrijf], tegen [geïntimeerden]. Het hoger beroep is ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Nijmegen, gewezen op 4 december 2015. De appellant heeft de geïntimeerden opgeroepen om te verschijnen ter openbare terechtzitting van het Gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden, maar de zaak is uiteindelijk bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch aanhangig gemaakt. Op de roldatum van 22 maart 2016 heeft zich voor de geïntimeerden geen advocaat gesteld, waardoor verstek is verleend tegen hen.

Het hof heeft vervolgens vastgesteld dat het bevoegd is om kennis te nemen van het hoger beroep, maar heeft zich beroepen op artikel 60 van de Wet op de rechterlijke organisatie in samenhang met artikel 15 van de Wet op de rechterlijke indeling. Het hof heeft geconcludeerd dat het onbevoegd is om van het hoger beroep kennis te nemen en heeft de zaak verwezen naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De uitspraak is gedaan op 19 april 2016 en is openbaar uitgesproken door de rolraadsheer.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
zaaknummer 200.187.775/01
arrest van 19 april 2016
in de zaak van
[appellant] h.o.d.n. [klussenbedrijf] Klussenbedrijf,
wonende te [woonplaats] ,
appellant,
hierna aan te duiden als [appellant] ,
advocaat: mr. B.C.A. Reijnders te Venlo,
tegen

1.[geïntimeerde 1] ,wonende te [woonplaats] ,

2.
[geïntimeerde 2] ,wonende te [woonplaats] ,
geïntimeerden,
hierna aan te duiden als [geïntimeerden] ,
op het bij exploot van dagvaarding van 1 maart 2016 ingeleide hoger beroep van het vonnis van 4 december 2015, door de kantonrechter van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Nijmegen, gewezen tussen [appellant] als gedaagde in conventie, eiser in reconventie en [geïntimeerden] als eisers in conventie, verweerders in reconventie.

1. Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 3432592 \ CV EXPL 14-5661 \ 398 \ 522fh)

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis.

2.Het geding in hoger beroep

2.1.
Appellant heeft bij voormeld exploot geïntimeerden opgeroepen om te verschijnen ter openbare terechtzitting van het Gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden, locatie Arnhem van 22 maart 2016 teneinde op nader aan te voeren gronden te horen eis doen en concluderen zoals in het petitum van de appeldagvaarding is vermeld. De zaak is evenwel bij H1-formulier van 18 maart 2016 voor de rol van 22 maart 2016 bij hof ‘s-Hertogenbosch aangebracht.
2.2.
Op genoemde roldatum heeft zich voor geïntimeerden bij dit hof geen advocaat gesteld en is tegen geïntimeerden verstek verleend.
2.3.
Hierna is bepaald dat arrest wordt gewezen.
3. De motivering
3.1.
Gelet op artikel 60 van de Wet op de rechterlijke organisatie in samenhang met artikel 15 van de Wet op de rechterlijke indeling is het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden bevoegd kennis te nemen van hoger beroepen van vonnissen van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Nijmegen.
3.2.
Het hof zal zich dan ook onbevoegd verklaren en de zaak verwijzen naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

4.De uitspraak

verklaart zich onbevoegd om van het hoger beroep kennis te nemen en verwijst de zaak in de stand waarin deze zich bevindt naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
Dit arrest is gewezen door mrs. S.M.A.M. Venhuizen, C.N.M. Antens en P.P.M. Rousseau en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 19 april 2016.
griffier rolraadsheer