In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de moeder tegen een beschikking van de rechtbank Limburg, waarin een zorgregeling voor de kinderen is vastgesteld na de echtscheiding van partijen. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. S.J.M.P. Hoppers, heeft verzocht de beschikking van de rechtbank te vernietigen en een nieuw onderzoek te laten uitvoeren door de Raad voor de Kinderbescherming. De vader, vertegenwoordigd door mr. E. El-Sharkawi, heeft geen verweerschrift ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 8 december 2015 zijn beide partijen gehoord, evenals de Raad voor de Kinderbescherming. De moeder is niet verschenen.
De rechtbank had eerder bepaald dat de kinderen bij de vader verblijven op bepaalde dagen en tijden, maar de moeder is het niet eens met deze regeling en heeft hoger beroep ingesteld. Na de bestreden beschikking heeft er geen uitvoering meer plaatsgevonden aan de zorgregeling, maar hebben partijen in onderling overleg een nieuwe regeling getroffen waarbij de vader de kinderen dagelijks van school ophaalt. De vader heeft aangegeven dat hij de kinderen graag bij hem wil laten overnachten, maar dat hij dit niet zal afdwingen.
Tijdens de zitting heeft de raad positief gereageerd op de flexibele opstelling van de ouders. Uiteindelijk heeft de moeder haar hoger beroep ingetrokken, wat betekent dat de grieven niet langer worden gehandhaafd. Het hof heeft het verzoek in hoger beroep afgewezen en de beschikking van de rechtbank bevestigd.