Uitspraak
8.Het verdere verloop van de procedure
- het tussenarrest van 1 december 2015;
- de akte uitlating zijdens de man d.d. 5 januari 2016;
- de akte in appel, alsmede in incidenteel appel zijdens de vrouw d.d. 5 januari 2016;
- de antwoordakte zijdens de man d.d. 19 januari 2016.
- de antwoordakte zijdens de vrouw d.d. 19 januari 2016
9.De inhoudelijke beoordeling
- Het huwelijk van partijen is op 3 maart 2011 ontbonden door echtscheiding.
- Vóór de echtscheiding, op 8 november 2010, hebben partijen met elkaar een “overeenkomst inzake scheiding” gesloten waarin zij de gevolgen van de echtscheiding voor hen bindend hebben geregeld.
- Partijen waren gezamenlijk eigenaar van het registergoed aan de [adres] te ( [postcode] ) [postcode] , gemeente Sittard-Geleen, hierna “de woning”.
- In de overeenkomst inzake scheiding hebben zij met betrekking tot de woning het volgende afgesproken:
- De woning was belast met een hypotheek van € 300.000,-.
- Op 11 april 2013 is ten behoeve van de man een tweede hypotheek op de woning gevestigd ten bedrage van € 54.000,-.
- De man was vanaf januari 2011 alleen woonachtig in de woning.
- Partijen verschilden van mening over de te hanteren vraagprijs.
- Tijdens de eerste zitting bij de Voorzieningenrechter op 26 maart 2014 heeft de man toegezegd dat hij na verkoop van de woning zal meewerken aan levering daarvan. Partijen hebben toen de volgende afspraken met elkaar gemaakt:
de vrouw zal aan de man drie namen van makelaars doen toekomen die bekend zijn in de regio waar de woning is gelegen en met het marktsegment waar de woning in valt. De man zal hier vervolgens één makelaar uit kiezen. Deze makelaar zal partijen binnen een maand na de hiervoor bedoelde maand, bindend adviseren over de vraagprijs van de woning en de verkoop van de woning ter hand nemen tegen de bindend geadviseerde vraagprijs. Over de laatprijs zal hij binnen bedoelde periode aan partijen een advies uitbrengen;
bij bezichtigingen van de woning door gegadigden zullen partijen desgewenst aanwezig kunnen zijn;
partijen zullen meewerken aan door de makelaar te geven adviezen ter bevordering van de verkoop van de woning;
wanneer de makelaar het aangewezen acht om met partijen te spreken over (bij) de woning horende kwesties, zal hierover in de woning een gesprek kunnen plaatsvinden tussen partijen en de makelaar, na een daartoe gemaakte afspraak.
- In het vonnis van 23 december 2014 heeft de Voorzieningenrechter de vrouw gemachtigd tot het te gelde maken van de woning voor een vraagprijs van € 345.000,-, althans voor een laatprijs van maximaal 20% lager dan € 345.000,-, althans voor een minimale prijs van € 300.000,- en voorts de man veroordeeld om mee te werken aan alle bezichtigingen van [makelaardij] Makelaardij op straffe van een dwangsom van € 250,- per keer dat de man hiermee in gebreke blijft, met een maximum van € 10.000,-.
- De woning is inmiddels verkocht voor een bedrag van € 315.000,- en geleverd zoals blijkt uit de door de vrouw bij akte in appel, tevens incidenteel appel overgelegde memorie van antwoord in de procedure met rolnummer 200.163.696 (appel van het vonnis van de Voorzieningenrechter d.d. 23 december 2014).
het hof begrijpt:)bindend bepaalde vraagprijs, althans onder door de voorzieningenrechter te bepalen voorwaarden;