Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De beoordeling
,indien en zodra zij in ieder geval ten aanzien van hun psychosociale problematiek wel ieder voor zich over een actuele en ter zake doende rapportage beschikken, alle door hun bij gelegenheid van de mondelinge behandeling in hoger beroep gestelde betalingen middels verificatoire bescheiden kunnen aantonen, de aard en ontstaansgeschiedenis van hun schuldenlast eveneens middels verificatoire bescheiden nader kunnen duiden dan thans het geval is gebleken en daarnaast beiden enige tijd aantoonbaar en gericht hebben gesolliciteerd opnieuw kunnen verzoeken te worden toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling.