Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
als plaats van het delict: [adres] te Oss, en
als verklaring van aangeefster:
(pg. 39-40) Op 7 februari 2010 hoorde ik dat mijn man tegen mij zei waarom ik nog geen zelfmoord heb gepleegd. Mijn man zei waarom heb je je nog niet voor de trein gegooid. Ik zat op dat moment in de woonkamer op de bank. Ik zag dat mijn man een kussen uit de bank pakte en deze tegen mijn gezicht aan duwde zodat ik geen adem meer kon halen. Ik zag en voelde dat hij mijn hoofd naar achteren duwde met het kussen. Ik voelde dat ik geen adem kon halen en dacht op dat moment dat hij mij zou gaan vermoorden. Ik zag dat hij naar de keuken liep. Ik zag dat hij terugkwam met een mes in zijn hand. Ik zag en voelde dat hij mij bij mijn haren pakte en mijn hoofd naar achteren duwde. Ik zag en voelde dat hij het mes met de snijkant tegen mijn keel aan hield. Ik was op dat moment heel erg bang en dacht dat hij mijn keel door ging snijden. Op een gegeven moment kwam onze zoon [getuige] de woonkamer in. Mijn man haalde snel het mes van mijn keel en verstopte deze. [getuige] vroeg of er iets aan de hand was. Mijn man zei dat er niets aan de hand was. Hierna ben ik naar mijn kamer op de eerste verdieping gegaan. Ik hoorde en zag dat mijn man ook naar onze kamer op de eerste verdieping kwam. Ik voelde en zag dat hij mij bij mijn armen vast pakte en (
hof: hoorde dat hij)tegen mij zei: "We gaan nu naar het station en jij gaat daar zelfmoord plegen. Jij springt daar voor een trein en ik zal toekijken". Ik was bang dat hij mij zou vermoorden.
als weergave van het verhoor van [getuige] :
als relaas van verbalisanten:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) weken.
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Vordering van de benadeelde partij [aangeefster]
€ 500,00 (vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 500,00 (vijfhonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
10 (tien) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.