Uitspraak
,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het verzoek van de vader om gezamenlijk met de moeder te worden belast met het ouderlijk gezag over de minderjarige [minderjarige] toe te wijzen;
- het verzoek van de vader tot het vaststellen van een zorgregeling tussen de vader en de minderjarige toe te wijzen, waarbij [minderjarige] gedurende een weekend in de veertien dagen van vrijdagmiddag na school tot maandagochtend bij de vader verblijft en de vader [minderjarige] van school ophaalt en hem naar school brengt en waarbij [minderjarige] de helft van de vakanties en de feestdagen bij de vader zal zijn en de planning daarvan steeds in januari van het betreffende jaar zal plaatsvinden.
3.De beoordeling
Indien de moeder niet met het verzoek instemt, wordt het verzoek ingevolge artikel 1:253c lid 2 BW slechts afgewezen indien:
a. er een onaanvaardbaar risico is dat het kind klem of verloren zou raken tussen de ouders en niet te verwachten is dat hierin binnen afzienbare tijd voldoende verbetering zou komen, of
b. afwijzing anderszins in het belang van het kind noodzakelijk is.