De vader heeft in zijn schriftelijke reactie op het rapport van de bijzondere curator, zoals aangevuld ter zitting, het volgende - kort samengevat - aangevoerd. Anders dan de moeder stelt, heeft de vader het volledige procesdossier aan de bijzondere curator doen toekomen en er is dan ook geen aanleiding een andere bijzondere curator te benoemen.
Volgens de vader is er op dit moment sprake van een situatie waarin de ontwikkeling van [minderjarige] wordt bedreigd. De vader wijst erop dat de bijzondere curator heeft geconcludeerd dat [minderjarige] een verward vaderbeeld heeft. Uit de bevindingen van de bijzondere curator blijkt volgens de vader voorts dat hetgeen [minderjarige] weet over de vader niet is gebaseerd op eigen ervaringen. De vader stelt zich dan ook op het standpunt dat [minderjarige] zo spoedig mogelijk de gelegenheid moet worden gegeven om zijn eigen (positieve) ervaringen met de vader op te doen. Uit de bevindingen van de bijzondere curator blijkt dat de moeder [minderjarige] geen ruimte biedt om positieve ervaringen op te doen.
De vader stelt voorts dat uit hetgeen [minderjarige] heeft verteld niet blijkt dat [minderjarige] negatief staat tegenover omgang met de vader. De moeder is de enige belemmering voor contactherstel.
In het belang van [minderjarige] moet hem zo spoedig als mogelijk de kans worden gegeven om zijn eigen positieve ervaringen op te doen en een veilige hechting te realiseren met de vader.
De vader verzoekt het hof om de bijzondere curator te volgen in haar advies dat partijen zich dienen te wenden tot De Viersprong en om bij verwijzing De Viersprong opdracht te geven om te onderzoeken of een eerste contactmoment al dan niet begeleid zo spoedig mogelijk kan worden verwezenlijkt. De vader verzoekt het hof tevens om partijen te verwijzen naar het Omgangshuis, zodat, mocht de behandeling van [minderjarige] voorspoedig verlopen, reeds een aanvang kan worden gemaakt met het contact tussen de vader en [minderjarige] . Voorts volgt de vader het advies van de bijzondere curator om te laten volgen of de ouders zich aan de gemaakte afspraken houden.
De vader verzoekt het hof om te bepalen dat de moeder een dwangsom verbeurt van € 500,- per overtreding in geval zij zich niet houdt aan de aanwijzingen van De Viersprong, een mogelijk contactmoment belemmert en zich niet houdt aan de gemaakte afspraken.
De vader verzoekt het hof verder om De Viersprong opdracht te geven om binnen twee maanden na de verwijzing het hof te informeren met betrekking tot de stand van zaken.
Ten slotte verzoekt de vader het hof om te bepalen dat de raad dient te onderzoeken of: