zij op of omstreeks 30 juni 2015 te Eindhoven, althans in het arrondissement Oost-Brabant, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, stoffen en/of voorwerpen en/of gegevens, te weten:
- 4, althans een of meerdere, armatu(u)r(en) en/of
- 9, althans een of meerdere, ledlamp(en) en/of
- 4, althans een of meerdere, assimilatielamp(en) en/of
- 2, althans een of meerdere, tijdschakelaar(s) en/of
- 4, althans een of meerdere, transformator(en) en/of
- 6, althans een of meerdere, koolstoffilter(s) en/of
- 3, althans een of meerdere, afzuigslang(en) en/of
- 3, althans een of meerdere, luchtzuiger(s) en/of
- een slakkenhuis en/of
- 5, althans een of meerdere, ventilator(en) en/of
- een kachel en/of
- 3, althans een of meerdere, temperatuurventilatieregelaar(s) en/of
- 7, althans een of meerdere, groeimiddel(en) en/of
- 8, althans een of meerdere, hygro-ph/ec thermometer(s) en/of
- 4, althans een of meerdere, knipbenodigdhe(i)d(en) en/of
- 2, althans een of meerdere, weegscha(a)l(en),
bestemd tot het plegen van een of meer feit(en) strafbaar gesteld in artikel 11, derde en/of vijfde lid, van de Opiumwet, te weten:
- het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren van een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet en/of
- het opzettelijk binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen en/of telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of aanwezig hebben en/of vervaardigen van een grote hoeveelheid van een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,
heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of te koop aangeboden en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd en/of voorhanden gehad,
terwijl zij, verdachte, en/of haar mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat dat/die stoffen en/of voorwerpen en/of gegevens bestemd waren tot het plegen van dat/die feit(en).