Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
5.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 12 januari 2016;
- de akte na niet gehouden getuigenverhoor met drie producties (verklaringen).
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen [geïntimeerde] met betrekking tot de diefstal of verduistering van een auto. Het hof heeft eerder op 12 januari 2016 een tussenarrest gewezen waarin [appellant] werd toegelaten tot het bewijs van feiten en omstandigheden die de conclusie rechtvaardigen dat [geïntimeerde] de auto van [appellant] heeft gestolen of verduisterd. In de procedure heeft [appellant] geen getuigen kunnen oproepen en heeft hij geen bewijs kunnen leveren voor zijn stelling dat [geïntimeerde] zich de auto onrechtmatig heeft toegeëigend.
Het hof heeft vastgesteld dat [appellant] niet heeft aangetoond dat hij de eigenaar of rechthebbende van de auto was op het moment dat [geïntimeerde] deze onder zich kreeg. [geïntimeerde] heeft zich beroepen op een betalingsafspraak die hem zou legitimeren om de auto te verkopen. Het hof heeft geoordeeld dat de bewijslast bij [appellant] ligt en dat hij moet bewijzen dat er sprake is van diefstal of verduistering. De verklaringen die [appellant] heeft overgelegd, bieden onvoldoende bewijs om de diefstal of verduistering te onderbouwen.
Het hof heeft besloten om de zaak te verwijzen naar de rol van 2 augustus 2016 voor het opgeven van verhinderdata voor de voortzetting van de enquête aan de zijde van [appellant]. Dit besluit is genomen in het belang van de waarheidsvinding, aangezien [geïntimeerde] niet is verschenen. De uitspraak is gedaan door de rechters W.H.B. den Hartog Jager, J.F.M. Pols en Y.L.L.A.M. Delfos-Roy en is openbaar uitgesproken op 12 juli 2016.