Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het Gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
feit 1 subsidiair) medeplichtigheid aan het opzettelijk handelen in strijd met een in art. 3, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd en (
feit 2 subsidiair) medeplichtigheid aan diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking, veroordeeld tot een werkstraf van 100 uren te vervangen door 50 dagen hechtenis.
feit 1 primair) medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in art. 3, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 weken. Het hof heeft verdachte vrijgesproken van het onder feit 2 ten laste gelegde, zowel primair als subsidiair.
- overwogen dat het cassatieberoep kennelijk niet is gericht tegen de vrijspraak van het onder 2 tenlastegelegde;
- overwogen dat de bestreden uitspraak – voor zover aan het oordeel van de Hoge Raad onderworpen – niet in stand kan blijven;
- en beslist als volgt: “vernietigt de bestreden uitspraak – voor zover aan zijn oordeel onderworpen -; wijst de zaak terug naar het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.”
voor zoverhet primair tenlastegelegde niet leidt tot veroordeling, de zaak moet worden beoordeeld op de grondslag van het subsidiair tenlastegelegde.
hij in de periode van 1 december 2009 tot 20 maart 2010 te Tilburg opzettelijk heeft geteeld in een pand aan de [adres] een hoeveelheid hennepplanten, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram,
een of meer onbekend gebleven personen in de periode van 20 maart 2010 tot en met 20 april 2010 te Tilburg, opzettelijk heeft/hebben geteeld in een pand aan de [adres] een hoeveelheid van 168 hennepplanten, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, tot het plegen van welk misdrijf verdachte in de periode van 20 maart 2010 tot en met 20 april 2010 te Tilburg opzettelijk gelegenheid en middelen heeft verschaft, door aan die onbekend gebleven persoon/personen voornoemd pand voor de teelt van hennepplanten ter beschikking te stellen.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
9 (negen) weken.