Uitspraak
9.De beschikking van 17 december 2015
10.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
11.De verdere beoordeling
12.De beslissing
woensdag 26 oktober 2016 te 14.00 uur.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, betreft het een hoger beroep van een beschikking van 17 december 2015, waarin een voorlopige contactregeling tussen de vader en de minderjarige is vastgesteld. De moeder, hierna te noemen de appellante, heeft samen met haar advocaat, mr. E.E.M. van Schaijk-Böhm, de zaak aangespannen tegen de vader, hierna te noemen de verweerder, die wordt bijgestaan door mr. M. Ras. De beschikking van het hof houdt in dat de raad is verzocht om een onderzoek in te stellen en te rapporteren over de situatie van de minderjarige. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 6 juli 2016, waarbij beide ouders en hun advocaten aanwezig waren. Tijdens deze zitting is gesproken over de mogelijkheden voor een vervolgtraject bij een omgangshuis, waar de ouders samen en individueel begeleiding kunnen krijgen om het contact tussen de minderjarige en de vader te herstellen.
De ouders hebben tijdens de zitting verklaard bereid te zijn om afspraken te maken over de hervatting van de contacten. Uiteindelijk zijn zij overeengekomen dat de minderjarige contact zal hebben met de vader gedurende vier contactmomenten, begeleid door de zuster van de vader. De data voor deze contactmomenten zijn vastgesteld op 13 augustus, 28 augustus, 17 september en 1 oktober 2016. Het hof heeft besloten dat deze afspraken in het belang van de minderjarige zijn en heeft de verdere behandeling van de zaak aangehouden tot 26 oktober 2016, om het verloop van de contacten af te wachten. De beschikking is gegeven door de rechters en is openbaar uitgesproken op 28 juli 2016.