In deze zaak gaat het om een eenzijdig verkeersongeval dat plaatsvond op 3 maart 2012 in Heerlen, waarbij de verdachte, een beginnend bestuurder, met een snelheid van bijna 95 km/u over een smalle weg reed waar de maximumsnelheid 50 km/u was. De weg had geen voorzieningen voor voetgangers of fietsers, was slecht verlicht en had onoverzichtelijke bochten. Door de hoge snelheid verloor de verdachte de controle over de auto, die tegen een boom botste. Van de drie passagiers in de auto, allen vrienden van de verdachte, kwam één jongeman om het leven en twee anderen raakten zwaar gewond. Het gerechtshof 's-Hertogenbosch bevestigde het vonnis van de rechtbank Limburg, maar wijzigde de kwalificatie en de opgelegde straf. De verdachte werd veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 22 weken en een rijontzegging van drie jaar. Het hof weegt de ernst van het feit en de gevolgen voor de slachtoffers zwaar mee in de strafoplegging, ondanks de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals het verlies van zijn vriend en de impact op zijn leven. Het hof oordeelt dat de bescherming van de verkeersveiligheid zwaarder weegt dan het belang van de verdachte bij het behoud van zijn rijbewijs.