3.1Als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist, staan in dit hoger beroep de navolgende feiten vast.
Aan [medewerker van makelaarskantoor] (hierna te noemen: [medewerker van makelaarskantoor] ) behoorde in eigendom toe de personenauto Mercedes-Benz type S320 met kenteken [kenteken] (hierna te noemen: de auto).
Op grond van een tussen hen gesloten overeenkomst is [medewerker van makelaarskantoor] in 2010 tegen enige vorm van betaling werk voor [makelaarskantoor] Makelaars gaan verrichten.
In de periode van (eind) 2010 tot en met (begin) 2012 heeft [autobedrijf] onderhouds- en/of reparatiewerk aan de door [medewerker van makelaarskantoor] gebrachte auto verricht.
Bij facturen van 7 januari 2011, 17 februari 2011, 5 juli 2011 en 14 januari 2012 bracht [autobedrijf] respectievelijk € 477,80, € 1.526,45, € 4.076,21 en € 539,39 in rekening voor aan de auto verricht onderhouds- en/of reparatiewerk. Die facturen zijn betaald.
In januari 2014 heeft [autobedrijf] (ook) onderhouds- en/of reparatiewerk verricht aan de door [medewerker van makelaarskantoor] gebrachte auto. [makelaarskantoor] Makelaars heeft de haar daarvoor door [autobedrijf] gezonden factuur van 17 januari 2014 waarbij haar € 3.482,15 in rekening werd gebracht, niet voldaan.
Sinds eind januari 2014 verricht [medewerker van makelaarskantoor] geen werk meer voor [makelaarskantoor] Makelaars.
3.2.1In zoverre onder toewijzing van de inleidende vordering van [autobedrijf] , is [makelaarskantoor] Makelaars bij het uitvoerbaar bij voorraad verklaarde bestreden vonnis veroordeeld tot betaling van € 4.133,07 vermeerderd met wettelijke rente en tot betaling van de proceskosten van de eerste aanleg.
3.2.2Onder het voordragen van vijf grieven concludeert [makelaarskantoor] Makelaars in dit geding dat het hof, uitvoerbaar bij voorraad, het bestreden vonnis zal vernietigen en [autobedrijf] in haar inleidende vordering alsnog niet-ontvankelijk zal verklaren althans die inleidende vordering alsnog zal afwijzen, met veroordeling van [autobedrijf] in de proceskosten van de eerste aanleg en het hoger beroep.
3.2.3[autobedrijf] concludeert dat het hof, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, het bestreden vonnis zal bekrachtigen en [makelaarskantoor] Makelaars zal veroordelen in de proceskosten van de beide instanties.