Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de vrouw, bijgestaan door mr. Geuze;
- de man, bijgestaan door mr. Den Hoed.
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg op 29 september 2014;
- het door de advocaat van de man op 9 december 2015 ingediende V6-formulier, met bijlagen;
- het door de advocaat van de vrouw op 10 december 2015 ingediende V6-formulier, met bijlagen.
3.De beoordeling
.
- de gewijzigde omstandigheden die nopen tot een hernieuwde berekening van de kinderalimentatie (grieven II en VIII);
- de ingangsdatum van de wijziging en de daaruit voortvloeiende terugbetalingsverplichting (grief I);
- de behoefte van de kinderen (grief III, IV en V);
- de draagkracht van de man en de vrouw (grief VI en VII); en
- de vordering tot terugbetaling van de spaargelden van de kinderen.
- de periode van 1 juni 2014 (ingangsdatum) tot 1 januari 2015, in welke periode de (geïndexeerde) ‘basis’behoefte van € 407,73,-- per kind per maand dient te worden verhoogd met kosten kinderopvang ter hoogte van € 45,50 per kind per maand. Het hof stelt de behoefte van de kinderen in deze periode vast op € 453,23 per kind per maand,
- de periode vanaf 1 januari 2015, voor welke periode het hof de behoefte van de kinderen op het ‘basis’bedrag van € 410,99 per kind per maand begroot;
Periode I: 1 juni 2014 tot 1 januari 2015
€ 301,21
Periode II: 1 januari 2015 tot 1 september 2015
Periode III: 1 september 2015 tot 1 januari 2016
Periode IV: vanaf 1 januari 2016
- van
- van
4.De beslissing
- voor de periode van 1 juni 2014 tot 1 januari 2015 € 189,-- per kind per maand;
- voor de periode van 1 januari 2015 tot 1 september 2015 € 227,-- per kind per maand;
- voor de periode van 1 september 2015 tot 1 januari 2016 € 289,-- per kind per maand;
- vanaf 1 januari 2016: