ECLI:NL:GHSHE:2016:4882

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
26 oktober 2016
Publicatiedatum
4 november 2016
Zaaknummer
20-000366-16
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van vonnis in hoger beroep betreffende vervalst reisdocument

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 26 oktober 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De verdachte, geboren in 1989, had een Bulgaars paspoort in zijn bezit waarvan hij wist dat het vervalst was. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd, maar uitsluitend ten aanzien van de bewezenverklaring en de kwalificatie. De verdachte had het paspoort op 19 oktober 2015 in Breda in zijn bezit gekregen, nadat hij het had gekocht van een onbekende persoon in Frankrijk voor 1000 euro. De verdachte verklaarde dat hij het paspoort nodig had om in Nederland te kunnen verblijven, omdat hij geen verblijfsrecht meer had. Het hof oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend bewezen had dat hij wist dat het document vervalst was. Het hof bevestigde het vonnis voor het overige, maar sprak de verdachte vrij van andere ten laste gelegde feiten die niet bewezen waren verklaard. De uitspraak benadrukt de strafbaarheid van het in bezit hebben van een vervalst reisdocument en de verantwoordelijkheid van de verdachte om de echtheid van dergelijke documenten te verifiëren.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer : 20-000366-16
Uitspraak : 26 oktober 2016
VERSTEK (dnip)

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, van 5 februari 2016 in de strafzaak met parketnummer 02-212050-15 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats 1] ( [geboorteplaats 1] ) op [geboortedag] 1989,
wonende te [adres 1] .
Hoger beroep
De verdachte heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het gerechtshof het vonnis van de politierechter zal bevestigen.
Vonnis waarvan beroep
Het hof verenigt zich met het beroepen vonnis en met de gronden waarop dit berust, behalve voor wat betreft de bewezenverklaring en de kwalificatie van het bewezen verklaarde
met aanvulling van de bewijsmiddelen en onder toevoeging van een overweging omtrent het bewijs.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 19 oktober 2015 te Breda een reisdocument en/of identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht, te weten een Bulgaars paspoort met het nummer [documentnummer] ten name van [verdachte] , waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze vals of vervalst was, voorhanden heeft gehad.
Bewezenverklaring
De politierechter heeft het ten laste gelegde bewezen verklaard, met dien verstande dat hij in de bewezenverklaring geen keuze heeft gemaakt tussen ‘wist’ en ‘redelijkerwijs moest vermoeden’ en evenmin tussen ‘vals’ of ‘vervalst’.
Uit het proces-verbaal van bevindingen op blz. 46 van het procesdossier blijkt dat het onder verdachte aangetroffen en in beslag genomen paspoort vervalst was.
Zoals onder het kopje ‘Overwegingen omtrent het bewijs’ is opgenomen, acht het hof bewezen dat verdachte ‘wist’ dat hij een vervalst reisdocument in zijn bezit had.
Gelet hierop zal het hof de bewezenverklaring door de politierechter vernietigen.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
hij op 19 oktober 2015 een reisdocument als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht, te weten een Bulgaars paspoort met het nummer [documentnummer] ten name van [verdachte] , waarvan hij wist dat deze vervalst was, voorhanden heeft gehad.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat hij daarvan wordt vrijgesproken.
Bewijsmiddelen
Het hof is van oordeel dat de door de politierechter opgenomen bewijsmiddelen aanvulling behoeven met de navolgende bewijsmiddelen.
Het relaas van verbalisant [verbalisant] (blz. 28-29), voor zover inhoudende:
Op 19 oktober 2015 omstreeks 13.12 uur bevond ik mij op parkeerplaats Hazeldonk Oost [ [adres 2] ], alwaar zojuist een touringcar van de firma [firma] was staande gehouden. Ik vroeg de passagiers van deze bus naar een document waaruit hun identiteit, nationaliteit en verblijfsstatus bleek. Tijdens deze controle overhandigde een passagier mij een Bulgaars paspoort, voorzien van documentnummer [documentnummer] , welke op naam was gesteld van [verdachte] , geboren op [geboortedag] 1989 te [geboorteplaats 2] . Ik, [verbalisant] , zag dat de echtheidskenmerken van dit document niet overeenkwamen met de echtheidskenmerken van een origineel Bulgaars paspoort, afgegeven door de Bulgaarse autoriteiten. Ik heb middels tussenkomst van de Real Time Intelligence Desk van de Koninklijke Marechaussee het voornoemde document bevraagd. Ik hoorde dat voornoemd document geregistreerd stond als zijnde gestolen.
De verklaring van de verdachte, afgelegd bij de politie op 19 oktober 2015, voor zover deze inhoudt (blz. 40): (Deze komt in de plaats van de door de politierechter genoemde bekennende verklaring van de verdachte afgelegd bij de politie (p.33) (hof: bij de hulpofficier van justitie tijdens het verhoor voor inverzekeringstelling)
Ik kwam iemand, “ [betrokkene] ”, in Frankrijk op het busstation tegen die mij dit paspoort aanbood tegen betaling van 1000 euro. Ik had hem verteld dat mijn vrouw mij heeft aangegeven zodat de politie mij naar Marokko terug zou sturen. Daarom heeft [betrokkene] mij geholpen. Ik wist dat ik geen verblijfsrecht meer in Nederland had. Ik wilde hier in Nederland verblijven, koste wat het kost. [betrokkene] heeft mij gezegd dat ik met dit Bulgaars paspoort naar Nederland kon reizen. Ik heb het Bulgaars paspoort gebruikt om hier in Nederland te komen studeren.
Overwegingen omtrent het bewijs
Met betrekking tot de bewezen verklaarde mate van wetenschap van verdachte overweegt het hof het volgende. Uit de gebruikte bewijsmiddelen blijkt het volgende.
Verdachte, die de Marokkaanse nationaliteit heeft, heeft het in de bewezenverklaring bedoelde Bulgaarse paspoort in Frankrijk gekocht van een zekere [betrokkene] , iemand die hij verder niet kende en die hij op een busstation had ontmoet. Verdachte heeft het paspoort aldus niet via de daartoe bevoegde autoriteiten verkregen. Deze [betrokkene] had verdachte dit paspoort aangeboden, nadat verdachte hem had verteld dat hij naar Marokko zou worden teruggestuurd. Verdachte wilde koste wat kost in Nederland kunnen verblijven. Verdachte heeft verklaard dat hij voor het paspoort € 1.000,00 moest betalen.
Onder de hiervoor geschetste feiten en omstandigheden is het hof van oordeel dat het niet anders kan dan dat verdachte wist dat hij een vervalst reisdocument in zijn bezit had.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde levert op:

in het bezit zijn van een reisdocument waarvan hij weet, dat het vervalst is.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis, doch uitsluitend ten aanzien van de bewezenverklaring en de kwalificatie;
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige.
Aldus gewezen door
mr. N.J.M. Ruyters, voorzitter,
mr. M.L.P. van Cruchten en mr. B. Stapert, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. S.J.F. Heirman, griffier,
en op 26 oktober 2016 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. B. Stapert is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.