3.1.In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende feiten.
3.1.1.SHZ biedt huisartsenzorg voor spoedgevallen buiten kantoortijden. [geïntimeerde 1] is – blijkens vermelding op de loonspecificatie die als productie 2 bij de inleidende dagvaarding in het geding is gebracht – op basis van een arbeidsovereenkomst in dienst van SHZ sinds 16 februari 2003, en [geïntimeerde 2] sinds 1 april 2003. Voor zover de inleidende dagvaarding en het vonnis waarvan beroep vermelden dat [geïntimeerde 1] vanaf 16 februari 2013 in dienst is van SHZ, betreft dit een kennelijke verschrijving. De overeengekomen arbeid is die van triagist. Op de arbeidsovereenkomsten is van toepassing de CAO Huisartsenzorg (verder: de CAO). De achtereenvolgende CAO’s zijn algemeen verbindend verklaard.
3.1.2.Artikel 4.10 van de CAO voor 2013 bepaalt, zakelijk weergegeven:
a. werknemers die hun werkzaamheden regulier in de avond, nacht en weekenden verrichten komen in aanmerking voor een avond-, nacht- en weekenddiensttoeslag (ANW-toeslag),
b. de percentages van de ANW-toeslag bedragen:
- 30 voor de uren tussen 18.00 en 24.00 uur,
- 50 voor de uren tussen 24.00 en 08.00 uur,
- 50 voor de uren in het weekend tussen vrijdag 24.00 en maandag 08.00 uur, voor de uren op algemeen erkende feestdagen en voor de uren op 24 en 31 december vanaf 18.00 uur,
c. de ANW-toeslag is niet verschuldigd over opgenomen vakantiedagen.
3.1.3.Eerdere versies van de CAO hadden vanaf 2006 een artikel met dezelfde inhoud als artikel 4.10 van de CAO voor 2013. Tot 1 juli 2008 gold een overgangsregeling. Die kwam erop neer dat indien de werkgever de ANW-toeslag over opgenomen vakantiedagen voor
1 juli 2006 aan de werknemer regulier heeft betaald de werkgever de ANW-toeslag over vakantiedagen betaalt tot uiterlijk 1 juli 2008.
3.1.4.In juli 2013 schreven [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] aan SHZ dat zij te weinig loon tijdens vakanties hebben ontvangen doordat SHZ over dat loon niet de ANW-toeslag betaalde. Bij brieven van 31 maart 2014 bood SHZ aan haar werknemers een eenmalige uitkering aan voor de ANW-toeslag over de periode tot en met 2013. Deze uitkering is berekend op basis van de vakantie- en verlofuren in 2012 en 2013 en de helft van die uren in 2011. Het aanbod is gedaan tegen finale kwijting en gebaseerd op afspraken tussen de partijen bij de CAO. [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] hebben dit voorstel niet aanvaard, in tegenstelling tot een ruime
meerderheid van de werknemers van SHZ.
3.1.5.De CAO bepaalt met ingang van 1 januari 2014 dat de ANW-toeslag:
- wordt betaald over opgenomen vakantiedagen,
- geen onderdeel meer uitmaakt van de grondslag van de eindejaarsuitkering,
- niet meer wordt betaald over de avonduren waarin de werknemer scholing volgt.
3.2.1.In de onderhavige procedure vorderen [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] , zakelijk weergegeven:
- de verklaring voor recht dat:
a. de bepaling in de CAO over de periode van 2006 tot 2014, inhoudende dat de ANW
toeslag niet verschuldigd is tijdens opgenomen vakantiedagen (ver)nietig(baar) is,
b. SHZ gehouden is met terugwerkende kracht aan [geïntimeerde 1] over de periode van 4 juli 2008 tot 1 januari 2014 de ANW-toeslag tijdens opgenomen en uitbetaalde vakantiedagen alsnog te voldoen,
c. SHZ gehouden is met terugwerkende kracht aan [geïntimeerde 2] over de periode van 17 juli 2008 tot 1 januari 2014 de ANW-toeslag tijdens opgenomen en uitbetaalde vakantiedagen alsnog
te voldoen,
- en de veroordeling van SHZ:
d. tot het overleggen aan [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] van een berekening van het bruto bedrag aan achterstallige ANW-toeslag over de genoemde periode binnen 30 dagen na betekening
van de dagvaarding op straffe van een dwangsom van € 500,-- per dag met een maximum van € 5.000,--,
e. tot betaling aan [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] binnen veertien dagen na akkoordverklaring met
de berekening van het geaccordeerde bedrag met de wettelijke verhoging met 50% wegens vertraagde betaling en met de wettelijke rente over die wettelijke verhoging,
f. tot betaling van € 1.500,-- aan buitengerechtelijke incassokosten,
g. in de proceskosten, inclusief de nakosten, met de wettelijke rente over de volledige proceskosten indien niet binnen veertien dagen na vandaag voldoening heeft plaatsgevonden.
3.2.2.Hetgeen [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] aan deze vorderingen ten grondslag hebben gelegd en het daartegen door SHZ gevoerde verweer zal, voor zover in hoger beroep van belang, in het navolgende aan de orde komen.