Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
- vrijspraak van het onder 1 en 3 ten laste gelegde bepleit;
- primair vrijspraak van het onder 2 ten laste gelegde bepleit en subsidiair ontslag van alle rechtsvervolging (wegens putatief noodweer);
- geen strafmaatverweer gevoerd, doch wel bij bewezenverklaring van één of meer ten laste gelegde feiten verzocht de strafoplegging te beperken tot het door de rechtbank opgelegde onvoorwaardelijke deel van de straf en het voorwaardelijke deel te beperken;
- de vorderingen van de benadeelde partijen niet betwist.
hij in of omstreeks de periode van 1 februari 2014 tot en met 8 augustus 2014 in Nederland wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van zijn zus [betrokkene 3] , in elk geval van een ander, met het oogmerk die [betrokkene 3] , in elk geval die ander te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, immers is/heeft verdachte die [betrokkene 3] meermalen gebeld en/of die [betrokkene 3] meermalen ge-sms’t en/of die [betrokkene 3] meermalen gemaild en/of die [betrokkene 3] meermalen brieven gestuurd en/of een postadres geopend op het adres van die [betrokkene 3] ;
hij op of omstreeks 17 mei 2014 te 's-Hertogenbosch met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een telefoon, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [betrokkene 3] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [betrokkene 3] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij die [betrokkene 3] (stevig) heeft vastgepakt en/of op de grond heeft gegooid/geduwd en/of de keel van voornoemde [betrokkene 3] met kracht heeft vastgepakt en/of vastgehouden;
hij op of omstreeks 20 mei 2014 te 's-Hertogenbosch opzettelijk beledigend een ambtenaar, te weten [betrokkene 4] , gedurende en/of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, belast met de arrestantenzorg, in het gezicht heeft gespuugd.
hij op 17 mei 2014 te 's-Hertogenbosch met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een telefoon, toebehorende aan [betrokkene 3] ;
hij op 20 mei 2014 te 's-Hertogenbosch opzettelijk beledigend een ambtenaar, te weten
Het proces-verbaal van aangifte, doorgenummerde dossierpagina’s 33-37, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als verklaring van aangeefster [betrokkene 3] :
het hof begrijpt: van smsjes van 10 mei 2014) gelezen en ik zag dat deze afkomstig was van het telefoonnummer 06-10567184. Tijdens deze aangifte las ik de tekst van [betrokkene 3] (
het hof begrijpt: aangeefster) met daarop de mededeling aan [verdachte] dat zij geen berichten, geen telefoontjes en geen sms’en meer wenst te ontvangen van hem.
Het proces-verbaal van bevindingen, doorgenummerde dossierpagina 86, met bijlage op pagina’s 87-91, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als verklaring en bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] :
het hof begrijpt: [betrokkene 3]) in de periode 07-01-2014 tot 10-05-2014. Deze data is aangeleverd door [betrokkene 3] .
Het proces-verbaal van bevindingen, doorgenummerde dossierpagina’s 99-100, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als verklaring en bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] :
- 69 sms berichten gestuurd naar [betrokkene 3] ;
- 9 keer gebeld naar [betrokkene 3] .
Het proces-verbaal van verhoor getuige, doorgenummerde dossierpagina’s 101-102, met bijlage op pagina’s 103-159, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als verklaring van [betrokkene 3] :
De verklaring van verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep op 2 februari 2016, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende:
Het proces-verbaal van aangifte, doorgenummerde dossierpagina’s 22-23, met fotobijlage op pagina’s 24-26, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als verklaring van aangeefster [betrokkene 3] :
Het proces-verbaal van verhoor getuige, doorgenummerde dossierpagina’s 28-29, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als verklaring van de getuige [betrokkene 2] :
het hof begrijpt telkens: [betrokkene 3]), mijn dochter, naar buiten lopen. Ik zag dat [verdachte] [betrokkene 3] direct aan viel. Ik zag dat [verdachte] [betrokkene 3] hard tegen de grond aan duwde. Toen [betrokkene 3] op de grond lag zag ik dat [verdachte] [betrokkene 3] bij haar hals vast pakte.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte, doorgenummerde dossierpagina’s 30-32, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als verklaring van verdachte [verdachte] :
Het proces-verbaal van verhoor van verdachte, inverzekeringstelling en inbewaringstelling, bij de rechter-commissaris op 21 mei 2014, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als verklaring van verdachte [verdachte] :
De verklaring van verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep op 2 februari 2016, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende:
Het proces-verbaal van aangifte, doorgenummerde dossierpagina’s 160-161, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als verklaring van aangever [betrokkene 4] :
Het proces-verbaal van verhoor verdachte, doorgenummerde dossierpagina’s 162-163, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als verklaring van verdachte [verdachte] :
het hof begrijpt: op 20 mei 2014) gebeurd?
Het aanvullend proces-verbaal van verhoor getuige van de politie Eenheid Oost-Brabant, BBN District Meierij, BBN D1-Districtelijke Opsporing, op 2 december 2014 in de wettelijke vorm opgemaakt en gesloten door [verbalisant 2] , hoofdagent van politie, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als verklaring van de getuige [betrokkene 5] :
het hof begrijpt telkens: aangever [betrokkene 4]) was aan het werk en kwam de ruimte binnen gelopen alwaar ik bezig was. [betrokkene 4] zei dat hij in zijn gezicht gespuugd was. Iemand in een cel had hem in zijn gezicht gespuugd. Ik zag dat [betrokkene 4] zijn gezicht begon schoon te maken.
belaging.
diefstal
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
365 (driehonderdvijfenzestig) dagen.
91 (eenennegentig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd.
Vordering van de benadeelde partij [betrokkene 3]
€ 713,87 (zevenhonderddertien euro en zevenentachtig cent) bestaande uit € 213,87 (tweehonderddertien euro en zevenentachtig cent) materiële schade en € 500,00 (vijfhonderd euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 823,00 (achthonderddrieëntwintig euro).
€ 713,87 (zevenhonderddertien euro en zevenentachtig cent) bestaande uit € 213,87 (tweehonderddertien euro en zevenentachtig cent) materiële schade en € 500,00 (vijfhonderd euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
14 (veertien) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [betrokkene 4]
€ 308,00 (driehonderdacht euro) ter zake van immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 308,00 (driehonderdacht euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
6 (zes) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.