Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- in de periode van – naar het hof begrijpt – 1 november 2013 tot 19 februari 2014 wordt vastgesteld op € 194,17 per maand;
- in de periode van 19 februari 2014 tot 1 november 2014 wordt vastgesteld op € 156,34 per maand;
- met ingang van 1 november 2014 wordt vastgesteld op € 82,77 per maand,
- het V6-formulier met bijlagen van de advocaat van de vrouw d.d. 30 juni 2015;
- het V6-formulier met bijlagen van de advocaat van de man d.d. 10 juli 2015.
- de vrouw, bijgestaan door mr. Appünn;
- de man, bijgestaan door mr. Smit.
3.De beoordeling
- € 400,- per maand;
- te vermeerderen met € 500,- per maand in de maanden april, augustus en december;
- en te vermeerderen met € 500,- in de maand september als bijdrage ten behoeve van sportactiviteiten.
- € 451,67 per maand in de maanden januari, februari, maart, mei, juni, juli, oktober en november en in de maanden april, augustus, september en december € 1.016,26 per maand in 2013;
- € 455,74 per maand in de maanden januari, februari, maart, mei, juni, juli, oktober en november en in de maanden april, augustus, september en december € 1.025,41 per maand in 2014;
- € 459,39 per maand in de maanden januari, februari, maart, mei, juni, juli, oktober en november en in de maanden april, augustus, september en december € 1.033,61 per maand in 2015.
- € 391,75 per maand in de periode van 2 december 2013 tot 19 februari 2014;
- € 362,50 per maand in de periode vanaf 19 februari 2014,
- het inkomen van de vrouw (grief 1);
- het zorgkortingspercentage waarmee rekening zou moeten worden gehouden (grief 2).
- de behoefte van [minderjarige 1] (grief 1);
- de draagkracht van de man (grief 2);
- de wijze verdeling van de draagkracht van de man over de kinderen ten aanzien van wie hij onderhoudsplichtig is (grief 3);
- een uitwerking van de stellingen van de man in de grieven 1 tot en met 3 (grief 4; deze grief behoeft geen afzonderlijke bespreking);
- de ingangsdatum van de wijziging van de bestaande onderhoudsbijdrage (grief 5).
- 70% x [NBI – (0,3 NBI + € 860)] in 2014;
- 70% x [NBI – (0,3 NBI + € 875)] in 2015.
- een netto resultaat uit onderneming van € 56.170,- en een bruto arbeidsongeschiktheidsuitkering van € 12.438,- (in totaal € 68.608,-) in 2012;
- een netto resultaat uit onderneming van € 42.661,- en een bruto arbeidsongeschiktheidsuitkering van € 21.060,- (in totaal € 63.721,-) in 2013;
- een netto resultaat uit onderneming van € 33.053,- en (tot 1 november 2014) een bruto arbeidsongeschiktheidsuitkering van € 16.000,- (in totaal € 49.053,-) in 2014.
- de zelfstandigenaftrek;
- de MKB-winstvrijstelling;
- de aftrek premie arbeidsongeschiktheidsverzekering (ad € 320,- per maand).
- (559,19 / 959,19 x 1.253,- =) € 730,- per maand in periode 1;
- (559,19 / 1.159,19 x 1.253,- =) € 604,- per maand in periode 2;
in periode 1:
€ 61,37
in periode 2:
€ 72,52
in periode 3:
€ 100,12
- (€ 497,82 - € 83,88 =) € 403,94 per maand in de periode van 2 december 2013 tot 19 februari 2014;
- (€ 486,67 - € 83,88 =) € 402,79 per maand in de periode van 19 februari 2014 tot 1 januari 2015
- (€ 463,54 - € 84,55 =) € 378,99 per maand in de periode vanaf 1 januari 2015.
4.De beslissing
- € 403,94 per maand in de periode van 2 december 2013 tot 19 februari 2014;
- € 402,79 per maand in de periode van 19 februari 2014 tot 1 januari 2015;
- € 378,99 per maand in de periode vanaf 1 januari 2015, voor wat de nog niet verschenen termijnen betreft te voldoen bij vooruitbetaling;