3.1.In r.o. 3.2 heeft de rechtbank vastgesteld van welke feiten in dit geschil wordt uitgegaan. Die vaststelling wordt niet bestreden. Wel klaagt Itema met grief I dat de rechtbank bij de beoordeling van het geschil een aantal naar haar mening wezenlijke feiten over het hoofd heeft gezien waarbij zij verwijst naar eigen stellingen ten aanzien van feiten. Die stellingen zullen bij de beoordeling worden betrokken en voor zover relevant daar worden besproken.
Het hof zal hierna eerst een overzicht geven van de (onbestreden) feiten waarvan het hof in dit hoger beroep uitgaat.
a. a) BMC [vestigingsplaats 3] B.V. (hierna: BMC) is een biomassacentrale die (sinds 2008) pluimveemest omzet in duurzame energie. De energie die bij de verbranding van mest in de vorm van warmte vrijkomt, wordt omgezet in stoom. De stoom voedt de turbine die een generator aandrijft, waardoor de generator elektriciteit produceert. Bij dit proces worden assen afgevangen die door BMC als grondstof voor mest worden verkocht.
b) Zowel [geïntimeerde] als Itema drijven een onderneming in de handel van assen en zij kopen/kochten beide as van BMC.
c) Begin 2006 heeft BMC met [geïntimeerde] en Itema ieder afzonderlijk een zogeheten “Ash Off-Take Agreement” gesloten waarin met BMC onder meer is overeengekomen dat [geïntimeerde] en Itema ieder afzonderlijk 50% van de door BMC in de biomassacentrale geproduceerde as zullen afnemen.
d) Op 24 mei 2007 hebben [geïntimeerde] en Itema een zogeheten “Ash-poultry agreement” (hierna: de APA) gesloten inhoudende dat Itema (naast de afname bij BMC) jaarlijks bij [geïntimeerde] tussen 9.500 en 10.500 ton as koopt.
Artikel 10.2. van de APA luidt, voor zover hier van belang, als volgt:
“(…) Buyer is responsible for all necessary permits and licences for the off-take and export of Ashes. At the first request of Supplier Buyer shall prove to Supplier that he has fulfilled all necessary formalities in this respect.(…)”
Artikel 14.1 aanhef en sub e van de APA luidt:
“(…) Supplier shall never be liable for (…)
e. Consequential and indirect loss or damages including loss of profit and loss or damage to third parties(…)”.
Artikel 14.3 van de APA luidt:
“(…) Buyer shall indemnify Supplier and hold Supplier harmless against all third party claims for compensation for loss and damage directly or indirectly connected with the delivery of Ashes under this Agreement, except in those case where the loss and damage resulted from intentional act or omission or gross negligence on the part of Supplier’s executives.(…)”
Artikel 21 van de APA luidt:
“(…) The agreement shall be governed by and construed in accordance with the laws of the U.K.”
e) Op 11 februari 2008 hebben [geïntimeerde] en Itema een mondelinge overeenkomst (hierna: de opslagovereenkomst) gesloten ter zake de opslag van as en de daaraan verbonden kosten.
f) In april 2008 heeft [geïntimeerde] onder meer ter uitvoering van de opslagovereenkomst met Overslagbedrijf [vestigingsplaats 3] B.V. (hierna: OBM) een overeenkomst betreffende opslag- en behandelingskosten gesloten inhoudende dat de door [geïntimeerde] en Itema van BMC gekochte as bij OBM wordt opgeslagen. De hiermee verband houdende kosten worden door [geïntimeerde] aan OBM voldaan. Een deel van die kosten wordt door [geïntimeerde] aan Itema doorberekend. OBM stelt vast welke hoeveelheden door BMC worden aangeleverd en welke hoeveelheden voor [geïntimeerde] en Itema zijn bedoeld. De as wordt bij OBM in [vestigingsplaats 3] (af)geleverd.
g) Een e-mailbericht van 3 juli 2008 van [vertegenwoordiger BMC 1] (BMC) aan [vertegenwoordiger Itema] (Itema) houdt onder meer het volgende in:
“(…) Dear [vertegenwoordiger Itema] ,
Please be informed as follows. Parties have to act lawfully. Currently British and Dutch Authorities prescribe that the export of ashes from NL to Uk are to be conducted according the waste export procedures.(…)”
h) Na wat opstartproblemen zijn Itema en [geïntimeerde] vanaf 16 september 2008 feitelijk as van BMC gaan afnemen. Op verzoek van Itema zijn partijen in januari 2010 overeengekomen om de onder de APA door Itema van [geïntimeerde] af te nemen hoeveelheid as te verminderen tot 8.000 ton per jaar.
i. i) Een e-mail van 10 september 2010 van [vertegenwoordiger geïntimeerde 1] ( [geïntimeerde] ) aan [vertegenwoordiger Itema] (prod. 6 CvA) houdt onder meer het volgende in:
“Dear [vertegenwoordiger Itema] ,
(…) First my apologies in the delay in confirming our recent discussion
Heads of Agreement.
1] [geïntimeerde] and Son to sell to Itema 7500tonnes-8500tonnes per annum of ashes fort three years from 16th September 2010.
2] Price based on Euro 27.00, for 0-12-12 (…) to 16th September 2011.
3] Price for years ending 16th September 2012 and 2013 to be agreed.
4] (…)
I shall drew up an amend agreement during the next 2 weeks
(…)”
j) Een e-mail van 11 oktober 2011 van [vertegenwoordiger geïntimeerde 1] aan [vertegenwoordiger Itema] (prod. 7 CvA) luidt onder meer:
“(…) I attach the current estimated stock figures up to 31st of December.
If you could forward your estimated off take for November and December, I’ll have them entered into the sheet for you.
BMC hope to have a meeting with us regarding waste transfers at the beginning of November. We can then meet you sometime in mid November, perhaps in Calais. (…)”
k) In een e-mail van 7 november 2011 (prod. 15 CvArec) schrijft [vertegenwoordiger Agentschap] van het Agentschap NL aan [vertegenwoordiger geïntimeerde 2] van [geïntimeerde] onder meer:
“(…)If your question is if the Netherlands develops criteria to indicate that the poultry ash is a by-product or reached the end-of-waste status, I must tell you that no such proces is taking place in the Netherlands. So I do not foresee any change in our position that the poultry litter ash is a waste. (…)”
l) Een e-mail van 2 januari 2012 van [vertegenwoordiger Itema] aan [vertegenwoordiger geïntimeerde 1] (prod. 8 CvA) luidt:
“Dear [vertegenwoordiger geïntimeerde 1] ,
I have got a phone call this morning with Mr [vertegenwoordiger BMC 2] to inform him about our meeting of last 29th December concerning our agreement of 8.000 tons ashes to deliver to ITEMA ex-OBM store from 16th September 2011 to 16th September 2012.
To guarantee final destination of the ashes, Mr [vertegenwoordiger BMC 2] (BMC) prefers to invoice directly ITEMA for this quantity.
This has also for consequence – as discussed during our meeting – ITEMA will pay a fee to [geïntimeerde] for this tonnage.
We are waiting from [geïntimeerde] a proposal (€/mt) adapted to the evolution of PK prices observed last year.
Thank you for a quick reply. (…)”
m) Na 16 september 2011 hebben er geen leveringen van as door [geïntimeerde] aan Itema meer plaatsgevonden.
n) Vanaf 17 februari 2012 heeft Itema haar betalingsverplichtingen jegens [geïntimeerde] uit hoofde van de opslagovereenkomst opgeschort. Aan de door [geïntimeerde] gegeven sommaties heeft Itema geen gehoor gegeven.
o) Bij brief van 3 mei 2012 (prod. 9 CvA) heeft (de advocaat van) Itema [geïntimeerde] aansprakelijk gesteld voor het niet nakomen van haar verplichtingen uit het contract voor de periode september 2011 tot september 2012 en aanspraak gemaakt op betaling van een bedrag van € 519.520,= aan schade.
p) Een brief van 15 mei 2012 van (de advocaat van) [geïntimeerde] aan (de advocaat van) Itema houdt, voor zover hier van belang, het volgende in:
“(…) While BMC were carrying out the audits, our client also undertook its own investigations to ensure that the Agreement did not breach any laws. Our client received advice from [vertegenwoordiger Agentschap] , Senior Project advisor EVOA, who confirmed that the Ashes are considered a waste in the Netherlands and therefore the Waste Trans-frontier Shipment Notification documentation is required regardless of the status of the ashes in the receiving country. Given this clear advice and in order to ensure that our client complied with its legal requirements, our client requested that Itema show evidence that it had started the process of obtaining the relevant Waste Trans-frontier Shipment Notification for the off-take and export of the Ashes. To date your client has failed to provide such evidence. Our client is not obliged under the Agreement to act illegally and until such time that the Waste Trans-frontier Shipment Notification can be provided by your client, our client is not obliged to supply the Ashes to your client. Your client is aware of this position as it has even taken steps to negotiate with BMC to obtain the Ashes directly: circumventing the Agreement.(…)”
q) In de zomer van 2012 heeft [geïntimeerde] (na verkregen verlof) ten laste van Itema conservatoir beslag gelegd op de voor Itema bestemde, bij OBM opgeslagen as. Het beslag is opgeheven nadat Itema een bankgarantie heeft gesteld.