2.18.Artikel 8 van het Reglement Vervangingsfonds voor het Primair Onderwijs voor het schooljaar 2012 - 2013 bepaalt:
‘
ARTIKEL 8
Wie mag vervangen
Bekostiging van vervanging ten laste van het Vervangingsfonds kan slechts plaatsvinden indien en voor zover de vervanging feitelijk gerealiseerd is en de door de wet gestelde benoembaarheidseisen met inbegrip van de in artikel 3 van de WPO en artikel 3 van de WEC voorziene mogelijkheden tot dispensatie daarbij in acht zijn genomen. Tevens moeten er aan de vervanging voor het bevoegd gezag extra kosten zijn verbonden.
In afwijking van het bovenstaande kunnen leraren in geval van afwezigheid als bedoeld in artikel 2 door een lerarenondersteuner, een onderwijsassistent danwel een klassenassistent worden vervangen. Het bepaalde in artikel 20A, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.
In afwijking van het bovenstaande kunnen leraren door zijinstromers, leraren in opleiding en door onderwijsassistenten in opleiding vervangen worden. Het bepaalde in artikel 20 A, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.
Bekostiging van vervanging ten laste van het Vervangingsfonds kan slechts plaatsvinden indien de CAO-PO op de vervanger van toepassing is, tenzij in de vervanging wordt voorzien door inzet van gedetacheerd personeel als bedoeld in artikel 20A en 22A dan wel door inzet van extern personeel als bedoeld in artikel 22B en 23 dan wel door inzet van uitzendkrachten als bedoeld in artikel 20B.’
Artikel 19 tot en met 20B bepalen:
‘
ARTIKEL 19
Aanvang bekostiging
Bekostiging van de vervanging ten laste van het Vervangingsfonds kan niet ingaan gedurende de vakantie van de te vervangen leraar Zij kan eerst plaatsvinden met ingang van de eerste dag na de vakantie waarop de afwezige leraar is ingeroosterd.
Is er voor de aanvang van de zomervakantie reeds sprake van afwezigheid dan kan die bekostiging plaatsvinden:
- tot en met uiterlijk de laatste dag voor de zomervakantie, indien de benoeming of aanstelling op of na 1 maart is begonnen of
- tot en met uiterlijk de laatste dag van het schooljaar (31 juli), indien de benoeming of aanstelling plaatsvond vanaf een datum gelegen voor 1 maart.
Ten laste van het Vervangingsfonds vindt eveneens bekostiging plaats van de aanspraak van de vervanger als bedoeld in artikel 6.12 CAO-PO.
ARTIKEL 20
Aanvullende bezoldiging
Indien de vervanging wordt gerealiseerd door tijdelijke uitbreiding van de betrekkingsomvang van een reeds aan de school verbonden en voor vervanging benoembaar personeelslid, komt voor bekostiging ten laste van het Vervangingsfonds in aanmerking de aanvullende bezoldiging die aan de vervanger wordt toegekend en die wordt berekend op grond van de salarisschaal en het salarisnummer verbonden aan de functie waarin deze vervanger reeds aan de school was verbonden.
Het bepaalde in artikel 19 is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de tijdelijke uitbreiding van de betrekkingsomvang.
ARTIKEL 20A
Detachering en interne overplaatsing
LID 1Detachering
Indien het niet mogelijk is vervanging van een leraar te realiseren langs de weg van artikel 20, kan voor deze vervanging gebruik worden gemaakt van een personeelslid in dienst van een ander - bij liet Vervangingsfonds aangesloten - bevoegd gezag, niet zijnde een centrale dienst als bedoeld in artikel 1, dat op basis van detachering te werk wordt gesteld. In dat geval vindt bekostiging ten laste van het Vervangingsfonds plaats tot ten hoogste de nettoloonkosten afgeleid van het maximum schaalsalaris dat verbonden is aan de te vervangen werkzaamheden. Op deze bekostiging brengt het Vervangingsfonds ten laste van het bevoegd gezag 3% administratiekosten in mindering.
LID 2Interne overplaatsing
In afwijking van het bepaalde in het vorige lid kan voor deze vervanging gebruik worden gemaakt van een personeelslid in dienst van hetzelfde bevoegd gezag dat op basis van interne overplaatsing of aanwijzing tewerk wordt gesteld. Indien en voor zover dit vervangende personeelslid zelf ook daadwerkelijk vervangen wordt en het bevoegd gezag daardoor voor vervangingskosten staat, is vervangingsbekostiging mogelijk zoals bepaald in het eerste lid.
ARTIKEL 20B
Uitzendarbeid en Payrollen
Ten laste van het Vervangingsfonds vindt bekostiging plaats van personeel dat via een uitzendbureau danwel een payroll onderneming - en dus niet op grond van een arbeidsovereenkomst danwel aanstelling - vervangingswerkzaamheden verricht.
Hierbij wordt de voorwaarde gesteld dat het bevoegd gezag beschikt over een contract gesloten tussen het bevoegd gezag en het uitzendbureau, danwel tussen het bevoegd gezag en de payroll onderneming, waarin is overeengekomen dat het uitzendbureau danwel de payroll onderneming aan de vervangende uitzendkracht/werknemer een honorering (salaris, verzekering sociale zekerheid en pensioen) toekent conform de terzake vigerende bepalingen van de CAO-PO. Het contract moet bij controle door het Vervangingsfonds aanwezig zijn.
Indien - onverminderd de gehoudenheid aan de overige in dit Reglement gestelde condities - aan deze voorwaarde is voldaan, vergoedt het Vervangingsfonds aan het bevoegd gezag de daadwerkelijke loonkosten van de vervanger tot ten hoogste een bedrag gelijk aan het maximum van salarisschaal LB, conform bijlage A2 van de CAO-PO.
In de declaratie van het uitzendbureau danwel de payroll onderneming moeten de loonkosten van de vervanger identificeerbaar zijn. Indien reiskosten onderdeel uitmaken van de declaratie, dan wordt de vergoeding van deze kosten gebaseerd op de CAO-PO.
De bekostiging vindt plaats met inachtneming van hetgeen terzake van uitzendarbeid danwel payrollen in het onderwijs door de werkgevers- en werknemersorganisaties is danwel wordt overeengekomen.
Uitsluitend onderwijsgevend personeel kan via uitzendarbeid danwel payrollen vervangen worden, onverminderd hetgeen in dit reglement is bepaald ten aanzien van de vervanging van onderwijs ondersteunend personeel.
Geen bekostiging vindt plaats gedurende de schoolvakantie van personeel dat via een uitzendbureau danwel een payroll onderneming vervangingswerkzaamheden verricht, tenzij het bevoegd gezag op grond van de CAO-PO gehouden is tot doorbetaling. Uitzendondernemingen danwel payrollondernemingen dienen te zijn aangesloten bij de Algemene Bond Uitzendondernemingen (ABU) te Badhoevedorp, bij de Nederlandse Bond van Bemiddelings- en Uitzendondernemingen (NBBU) te Bilthoven, of bij de bij de Vereniging Payroll Ondernemingen (VPO).’.