Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 2627817/ CV EXPL 13-13570)
2.Het geding in hoger beroep
3.De beoordeling
4.De uitspraak
14 april 2016 om 15.00 uurzullen verschijnen voor
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, ging het om een hoger beroep dat was ingesteld door de appellant tegen de vonnissen van de kantonrechter van de rechtbank Limburg. De appellant, vertegenwoordigd door mr. L.J. Krijgsman, had hoger beroep aangetekend tegen de vonnissen van 4 februari, 11 maart en 7 oktober 2015. De geïntimeerde, vertegenwoordigd door mr. M.P.G.M. Gorgels, was de tegenpartij in deze procedure. De zaak betrof de eigendomsverkrijging van roerende zaken, specifiek postduiven, en de juridische vraagstukken rondom vruchttrekking en de rol van de vrouwtjesduif in dit proces. Het hof heeft op 8 maart 2016 een comparitie van partijen gelast om te trachten tot een minnelijke regeling te komen of om door te verwijzen naar mediation. De comparitie was bedoeld om informatie uit te wisselen en instructies te geven met betrekking tot de zaak. De zitting was gepland voor 14 april 2016, waarbij partijen in persoon moesten verschijnen, of vertegenwoordigd door een bevoegde persoon. Het hof hield iedere verdere beslissing aan tot na de comparitie.