Uitspraak
GERECHTSHOF ̓s-HERTOGENBOSCH
1.[geïntimeerde 1] ,
5.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 11 augustus 2015;
- het proces-verbaal van de comparitie van partijen op 5 oktober 2015 (tegelijk met de zaak met zaaknummer 200.172.363/01), waarbij geen minnelijke regeling van het geschil is bereikt;
- de memorie van grieven van [appellant] van 15 december 2015 met producties;
- de memorie van antwoord in het principaal appel tevens memorie van grieven in het
6.De gronden van het hoger beroep
7.De verdere beoordeling
dit gebruikkan naar het oordeel van het hof uit hetgeen [appellant] heeft aangevoerd niet worden afgeleid dat sprake is geweest van geweest van onjuiste of onvolledige informatie van de kant van [geïntimeerden] die voldoet aan de vereisten van artikel 6:228 lid 1 sub a respectievelijk sub b BW dan wel van wederzijdse dwaling als bedoeld in artikel 6:228 lid 1 sub c BW. De conclusie is dat [appellant] zijn beroep op dwaling ten aanzien van de koopovereenkomst met [geïntimeerden] onvoldoende heeft onderbouwd zodat dit beroep niet opgaat en deze grief wordt verworpen.