ECLI:NL:GHSHE:2017:1031
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Huwelijksvermogensrecht en verdeling in internationaal verband met uitsluitingsclausule
In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, betreft het een hoger beroep in een geschil over huwelijksvermogensrecht en de verdeling van goederen in een internationale context. De zaak is ontstaan uit een beschikking van 1 december 2016, waarin het hof partijen de gelegenheid heeft geboden om schriftelijke opmerkingen in te dienen. De appellante, aangeduid als 'de vrouw', en de verweerder, aangeduid als 'de man', zijn in algehele gemeenschap van goederen gehuwd. De Hoge Raad heeft op 17 februari 2017 een arrest gewezen (ECLI:NL:HR:2017:276) dat relevant is voor de beoordeling van de zaak. Het hof heeft in zijn beoordeling de toepassing van artikel 1:94 lid 1 (oud) BW als uitgangspunt genomen en onderzocht of de toepassing van deze bepaling met betrekking tot Italiaanse onroerende zaken naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Dit is van belang omdat het erfrechtelijke aspect van de Italiaanse onroerende zaken onder Italiaans recht valt, wat verschilt van het Nederlandse huwelijksvermogensrecht. Het hof heeft partijen in de gelegenheid gesteld om hun standpunten aan te passen in het licht van de uitspraak van de Hoge Raad. De beslissing van het hof houdt iedere verdere beslissing aan, terwijl partijen hun schriftelijke opmerkingen kunnen indienen.