Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De beoordeling
.
4.De beslissing
PRO FORMA 21 september 2017.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de vader tegen een beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarin de vader het recht op omgang met zijn kinderen is ontzegd voor de duur van twee jaar. De vader heeft verzocht om gezamenlijk ouderlijk gezag en een omgangsregeling, waarbij hij eenmaal per veertien dagen omgang met de kinderen zou hebben. De moeder heeft verzocht om de verzoeken van de vader af te wijzen en de eerdere beschikking te bekrachtigen. Tijdens de mondelinge behandeling op 16 februari 2017 zijn beide partijen gehoord, evenals de Raad voor de Kinderbescherming. De vader heeft zijn verzoek om gezamenlijk gezag ingetrokken, waardoor het hof hem niet-ontvankelijk verklaart in dat onderdeel van het hoger beroep. Partijen hebben tijdens de zitting een voorlopige regeling getroffen, waarbij de vader eenmaal per maand een kaart aan de kinderen zal sturen. Het hof heeft besloten de verdere behandeling van de zaak aan te houden tot 21 september 2017, om het verloop van de gemaakte afspraken te evalueren. De beslissing van het hof houdt in dat de vader voorlopig gerechtigd is om de kaarten te versturen, en dat de advocaten van partijen het hof moeten informeren over de voortgang van de afspraken.