Uitspraak
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- mr. Nadaud;
- de GI, vertegenwoordigd door mevrouw [de vertegenwoordiger van de GI] .
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de moeder van een minderjarige, die onder toezicht is gesteld door de Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg. De moeder heeft in hoger beroep verzocht om de beschikking van de rechtbank Limburg, die de ondertoezichtstelling van haar kind heeft verlengd, te vernietigen. De minderjarige, geboren in 1999, staat sinds 28 november 2012 onder toezicht van de GI en is sinds juni 2016 vermist. De rechtbank had de ondertoezichtstelling verlengd tot aan de meerderjarigheid van de minderjarige, maar de moeder betwist deze beslissing. Ze stelt dat er geen aanwijzingen zijn dat de ontwikkeling van de minderjarige ernstig wordt bedreigd en dat hij mogelijk in staat is om zelfstandig te functioneren. De GI heeft echter aangevoerd dat er sprake is van een langdurige bedreiging van de ontwikkeling van de minderjarige en dat de moeder onvoldoende meewerkt aan de hulpverlening. Het hof heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat, hoewel er zorgen zijn over de situatie van de minderjarige, er op dit moment geen gronden zijn om de ondertoezichtstelling te verlengen. Het hof heeft de bestreden beschikking vernietigd en het verzoek van de GI tot verlenging van de ondertoezichtstelling afgewezen.