ECLI:NL:GHSHE:2017:1323
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Verzet
- J. Swinkels
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet betalen griffierecht
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 24 maart 2017 uitspraak gedaan in het verzet van de belanghebbende tegen de niet-ontvankelijkheid van haar hoger beroep. De belanghebbende was niet-ontvankelijk verklaard in haar hoger beroep omdat zij het verschuldigde griffierecht van € 124 niet had betaald binnen de wettelijk gestelde termijn. De belanghebbende had op 27 september 2016 een uitspraak ontvangen waarin zij niet-ontvankelijk was verklaard, en zij kwam tijdig in verzet tegen deze uitspraak. Het verzetschrift was op 9 november 2016 bij het Hof binnengekomen, en het Hof oordeelde dat het verzetschrift tijdig was ingediend.
Het Hof heeft vastgesteld dat de griffier de belanghebbende op de verschuldigdheid van het griffierecht had gewezen en dat er herinneringen waren verzonden. Ondanks deze herinneringen had de belanghebbende het griffierecht niet voldaan. Het Hof concludeerde dat de argumenten die de belanghebbende in haar verzetschrift had aangevoerd, geen grond vormden voor het oordeel dat zij niet in verzuim was geweest. Daarom werd het verzet ongegrond verklaard en bleef de niet-ontvankelijkheid in stand.
De uitspraak benadrukt het belang van het tijdig betalen van griffierechten in het bestuursrecht en de gevolgen van het niet voldoen aan deze verplichting. Het Hof heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten, en de beslissing is ter openbare zitting uitgesproken. Beide partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.