ECLI:NL:GHSHE:2017:1401
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling met maximale verlenging van de termijn
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 30 maart 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de schuldsaneringsregeling van de appellante. De rechtbank Zeeland-West-Brabant had eerder op 5 januari 2017 de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling uitgesproken, omdat de appellante niet aan haar verplichtingen had voldaan. De appellante had geen informatie verstrekt aan haar bewindvoerder en had nieuwe schulden laten ontstaan. In hoger beroep heeft de appellante aangevoerd dat zij door persoonlijke omstandigheden, waaronder huiselijk geweld, niet in staat was om aan haar verplichtingen te voldoen. Het hof heeft vastgesteld dat de appellante inmiddels de ontbrekende informatie heeft verstrekt en dat zij substantieel heeft gewerkt, zij het niet fulltime. Het hof heeft geoordeeld dat er termen zijn om de schuldsaneringsregeling te verlengen met de maximale termijn van twee jaar, zodat de appellante de kans krijgt om haar verplichtingen na te komen en de nieuwe schulden en boedelachterstand in te lopen. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en het verzoek van de bewindvoerder tot tussentijdse beëindiging afgewezen. De duur van de schuldsaneringsregeling is verlengd tot 26 juni 2020.