ECLI:NL:GHSHE:2017:1531
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake WOZ-waarde van een woning en de onderbouwing door de Heffingsambtenaar
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarin de WOZ-waarde van een woning is vastgesteld. De Heffingsambtenaar had de waarde van de onroerende zaak vastgesteld op € 408.000, maar na bezwaar werd deze verlaagd naar € 397.000. De Rechtbank heeft de waarde verder verlaagd naar € 377.000, wat de belanghebbende niet voldoende vond en daarom in hoger beroep ging. Tijdens de zitting op 3 maart 2017 heeft de belanghebbende, vertegenwoordigd door haar gemachtigde, haar standpunt toegelicht, terwijl de Heffingsambtenaar zijn verdediging heeft gepresenteerd. Het Hof heeft vastgesteld dat de Heffingsambtenaar de waarde aannemelijk heeft gemaakt aan de hand van een taxatierapport en vergelijkingsobjecten. Het Hof concludeert dat de door de Heffingsambtenaar verdedigde waarde niet te hoog is vastgesteld en bevestigt de uitspraak van de Rechtbank. De belanghebbende heeft niet voldoende bewijs geleverd voor een lagere waarde dan de door de Heffingsambtenaar verdedigde waarde. Het Hof heeft ook geoordeeld dat er geen redenen zijn om de Heffingsambtenaar te veroordelen in de proceskosten of het griffierecht te vergoeden. De uitspraak is gedaan op 6 april 2017.