Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
4.Gronden
5.Beslissing
bevestigtde uitspraak van de Rechtbank.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant, die op 4 maart 2016 de WOZ-beschikking en de aanslag onroerendezaakbelasting voor het jaar 2015 heeft bevestigd. De beschikking, die de waarde van de onroerende zaak aan de [adres] 42 te [woonplaats] vaststelde op € 368.000, is gegeven zonder dat er een inpandige opname heeft plaatsgevonden, wat volgens belanghebbende in strijd is met een eerdere afspraak. Het Hof heeft vastgesteld dat de afspraak voor de inpandige opname op 6 februari 2015 door belanghebbende is geannuleerd, omdat hij geen vertrouwen had in de onafhankelijkheid van de taxateur. Het Hof oordeelt dat het ontbreken van de inpandige opname niet betekent dat de beschikking niet gegeven mocht worden. Belanghebbende heeft geen grieven ingediend tegen de hoogte van de WOZ-waarde, waardoor het Hof concludeert dat de Heffingsambtenaar de waarde deugdelijk heeft onderbouwd. Het hoger beroep wordt ongegrond verklaard en de uitspraak van de Rechtbank wordt bevestigd.