Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
hij op of omstreeks 30 november 2014 te Terneuzen tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en al dan niet met voorbedachte raad [slachtoffer 1] van het leven heeft beroofd, immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) met dat opzet en al dan niet na kalm beraad en rustig overleg met (een) vuurwapen(s) meerdere althans (een) kogel(s) in/op het lichaam en/of in de richting van het lichaam van [slachtoffer 1] afgevuurd;
hij op of omstreeks 30 november 2014 te Terneuzen ter uitvoering van het door hem, verdachte, voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [slachtoffer 2] opzettelijk en al dan niet met voorbedachte raad van het leven te beroven, met dat opzet en al dan niet na kalm beraad en rustig overleg, met (een) vuurwapen(s) meerdere althans (een) kogel(s) in/op het lichaam en/of in de richting van het lichaam van [slachtoffer 2] heeft afgevuurd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 30 november 2014 te Terneuzen een of meer wapens van categorie III, te weten een revolver, en/of munitie van categorie III, te weten meerdere, althans (een) patro(o)n(en) voorhanden heeft gehad.
hij op 30 november 2014 te Terneuzen opzettelijk [slachtoffer 1] van het leven heeft beroofd, immers heeft hij, verdachte, met dat opzet met een vuurwapen meerdere kogels op het lichaam van [slachtoffer 1] afgevuurd;
hij op 30 november 2014 te Terneuzen ter uitvoering van het door hem, verdachte, voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 2] opzettelijk van het leven te beroven, met dat opzet met een vuurwapen meerdere kogels op het lichaam en in de richting van het lichaam van [slachtoffer 2] heeft afgevuurd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op 30 november 2014 te Terneuzen een wapen van categorie III, te weten een revolver, en munitie van categorie III, te weten meerdere patronen, voorhanden heeft gehad.
Inleidende overwegingen.
veel waarschijnlijkerzijn wanneer hypothese 1 dat de kogels zijn afgevuurd uit de loop van de revolver [AAHF6519NL] waar is, dan wanneer hypothese 2 dat de kogels zijn afgevuurd uit één of twee andere lopen van hetzelfde kaliber en met dezelfde systeemkenmerken als de loop van de revolver [AAHF6519NL] waar is.
zeer veel waarschijnlijkerzijn wanneer hypothese 1 waar is, dan wanneer hypothese 2 waar is. [16]
veel waarschijnlijkerzijn wanneer hypothese 1 dat de kogels zijn afgevuurd uit de loop van de revolver [AAHF6519NL] waar is, dan wanneer hypothese 2 dat de kogels zijn afgevuurd uit één of twee andere lopen van hetzelfde kaliber en met dezelfde systeemkenmerken als de loop van de revolver [AAHF6519NL] waar is. [20]
Verweren van de verdediging en beslissing van het hof op de verweren.
en ik zijn via de winkelstraat de Markt opgelopen en toen we op de Markt liepen werd er naar ons geroepen. [neef] en [verdachte] kwamen onze kant opgelopen. Op dat moment ontstaat er een woordenwisseling tussen ons vier. Mijn woorden waren gericht aan [neef] en die van [X] aan [verdachte] . (...) Nadat ik [ [neef] ] gestoken heb, heb ik meteen tegen [X] gezegd dat we weg moesten gaan. Wij zijn richting de Markt gelopen, voor het restaurant 't Gerecht langs. Bij 't Gerecht zijn we rechtsaf geslagen, in de richting van de Noordstraat. (...) [verdachte] kwam nog achter ons aan. (...) Op het moment dat we ter hoogte van de Griek staan, komt [verdachte] een steeg uit. (...) Hij schreeuwt iets in het Papiamento en schiet dan meteen twee keer op [X] . De afstand tussen [X] , mij en [verdachte] was maximaal drie meter. (...) Ik zie hem aan komen lopen met een gestrekte [arm] en toen schoot hij meteen twee keer op [X] . [ [X] ] is dat straatje in gegaan en daarna kon ik hem niet meer zien. (...) Ik ben door gerend. Ik hoorde vervolgens schoten en ik voelde dat ik werd geraakt. Ik voelde op dat moment een brandend[gevoel]
in mijn zij. Ik wist dat ik geraakt was. Ik ben op de kruising met de Noordstraat linksaf geslagen. Op het moment dat ik de Noordstraat in liep, hoorde ik drie of vier schoten. Ik hoorde dat één van die schoten in een glas terechtkomt, want dat hoorde ik stuk gaan. (...) [getuige 1] en [getuige 2] zijn met de auto gekomen om me op te halen.
Toen [slachtoffer 2] een klap gaf, had ik nog niet gezien dat hij [neef] gestoken had. Vervolgens liepen [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] weg. Ik ben achter hen aangegaan. [neef] liep een stukje mee. Toen ik achterom keek, zag ik dat [neef] veel bloed op zijn nek had zitten.' en '
In een opwelling ben ik toen achter hen aangerend. Toen [slachtoffer 2] zich omdraaide, besefte ik dat ik daar alleen was. Ik zag dat [neef] een klap had gekregen. Ik had toen nog niet gezien dat hij was gestoken. Ik zag dat het bloed toen een beetje begon te lopen. [neef] greep naar zijn nek. Toen had ik pas door dat hij was gestoken.'
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
11 (elf) jaren.
€ 6.045,03 (zesduizend vijfenveertig euro en drie cent) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 6.045,03 (zesduizend vijfenveertig euro en drie cent) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
65 (vijfenzestig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.