In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 26 april 2017 uitspraak gedaan in het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant van 26 april 2016. De zaak betreft de aan belanghebbende opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2013. De zitting vond plaats op 13 april 2017, waar belanghebbende en de Inspecteur van de Belastingdienst aanwezig waren. Na behandeling van de zaak heeft het Hof de uitspraak van de Rechtbank vernietigd en de aanslag verminderd tot een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 35.424. Tevens is de Inspecteur gelast om het door belanghebbende betaalde griffierecht van in totaal € 169 te vergoeden. Het Hof heeft geen termen aanwezig geacht om de Inspecteur te veroordelen tot betaling van een tegemoetkoming in de proceskosten, omdat belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij voor vergoeding in aanmerking komende kosten heeft gemaakt. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.