ECLI:NL:GHSHE:2017:2279

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
30 mei 2017
Publicatiedatum
30 mei 2017
Zaaknummer
200.166.024_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenuitspraak over deskundigenonderzoek en kostenverdeling in civiele procedure

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De zaak draait om de aanpassing van het deskundigensalaris in een civiele procedure. Het hof heeft eerder tussenarresten gewezen op 27 december 2016 en 4 april 2017, waarin werd bepaald dat er een deskundigenonderzoek moest plaatsvinden. Ir. Kraak is benoemd als deskundige en het hof heeft een voorschot van € 3.375,90 inclusief BTW vastgesteld, dat door beide partijen gelijkelijk moest worden betaald. Zowel de appellant als de geïntimeerde hebben bezwaar gemaakt tegen de hoogte van dit voorschot en de verdeling van de kosten.

In de verdere beoordeling heeft het hof de berichten van beide partijen in overweging genomen, waarin zij hun bezwaren tegen het voorschot kenbaar maakten. De deskundige, ir. Kraak, heeft vervolgens twee aangepaste offertes ingediend, waarbij het voorschot in de eerste offerte op € 1.542,75 en in de tweede op € 2.468,40 werd begroot. Het hof heeft geoordeeld dat de werkzaamheden zoals geoffreerd in de tweede offerte moeten worden uitgevoerd en heeft het voorschot vastgesteld op € 2.468,40 inclusief BTW. De eerdere beslissing over de verdeling van de kosten blijft ongewijzigd.

Het hof heeft verder bepaald dat iedere verdere beslissing wordt aangehouden, wat betekent dat de zaak nog niet volledig is afgerond. De uitspraak is gedaan door de rechters J.I.M.W. Bartelds, W.J.J. Beurskens en J.J. Verhoeven en is openbaar uitgesproken op 30 mei 2017.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
zaaknummer 200.166.024/01
arrest van 30 mei 2017
in de zaak van

1.[appellant] ,wonende te [woonplaats] ,

2.
[appellante] ,wonende te [woonplaats] ,
appellanten in het principaal appel,
geïntimeerden in het incidenteel appel,
hierna aan te duiden als [appellant] ,
advocaat: mr. R.E. Izeboud te Breda,
tegen

1.[geïntimeerde 1] ,wonende te [woonplaats] ,

2.
[geïntimeerde 2] ,wonende te [woonplaats] ,
geïntimeerden in het principaal appel,
appellanten in het incidenteel appel,
hierna aan te duiden als [geïntimeerde 2] ,
advocaat: mr. D.J. Smits LLM. te Eindhoven,
als vervolg op de door het hof gewezen tussenarresten van 27 december 2016 en 4 april 2017 in het hoger beroep van het door de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda onder zaaknummer C/02/273150/HA ZA 13-902 gewezen vonnis van 10 september 2014.

8.Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenarrest van 4 april 2017;
  • het per e-mail van 18 april 2017 aan het hof gestuurde bericht van de advocaat van [geïntimeerde 2] , met bijlage;
  • het per e-mail van 18 april 2017 aan het hof gestuurde bericht van de advocaat van [appellant] .
Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald.

9.De verdere beoordeling

9.1.
Bij genoemd tussenarrest heeft het hof onder meer bepaald dat er een deskundigenonderzoek moet worden verricht naar de in rechtsoverweging 6.4. van het tussenarrest geformuleerde vragen. Daarbij is ir. Kraak benoemd tot deskundige. Verder heeft het hof in dit arrest bepaald dat het voorschot van de kosten van de deskundige worden bepaald op € 3.375,90 inclusief BTW en dat ieder van partijen de helft van dit voorschot dient te betalen.
9.2.
Zowel [geïntimeerde 2] als [appellant] hebben in hun berichten van 18 april 2017 bezwaar gemaakt tegen de hoogte van het voorschot van de deskundige. Verder hebben beide partijen bezwaar gemaakt tegen de beslissing van het hof dat de kosten van het voorschot door ieder van partijen voor de helft moet worden betaald.
9.3.
Ir. Kraak heeft in reactie op voormelde berichten van partijen twee aangepaste offertes overgelegd. Ter zake van de eerste offerte heeft de deskundige het voorschot begroot op € 1.542,75 inclusief BTW. Ter zake van de tweede offerte heeft de deskundige het voorschot begroot op € 2.468,40 (inclusief BTW).
9.4.
Het hof oordeelt als volgt.
Met name gelet op de vraagstelling van het hof, zoals weergegeven in overweging 6.4., tweede en derde gedachtestreepje, acht het hof het geboden dat de werkzaamheden, zoals omschreven en geoffreerd door de deskundige in de tweede aangepaste offerte, worden verricht ter beantwoording van de gestelde vragen. Het hof zal daarom het voorschot van deskundige overeenkomstig het in die tweede versie van de aangepaste offerte in afwijking van hetgeen in het tussenarrest van 4 april 2017 nader bepalen op € 2.468,40 (inclusief BTW).
Het hof ziet geen reden terug te komen op zijn beslissing aangaande de verdeling van de kosten van het voorschot over beide partijen.
9.5.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

10.De uitspraak

Het hof:
bepaalt het voorschot van deskundige in afwijking van het bepaalde in het tussenarrest van 4 april 2017 op € 2.468,40;
bepaalt dat het tussenarrest van 4 april 2017 voor het overige ongewijzigd blijft;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.I.M.W. Bartelds, W.J.J. Beurskens en J.J. Verhoeven en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 30 mei 2017.
griffier rolraad