ECLI:NL:GHSHE:2017:2316

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
1 juni 2017
Publicatiedatum
1 juni 2017
Zaaknummer
200.205.020_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • J.H.J.M. Mertens - Steeghs
  • C.N.M. Antens
  • M.C. Bijleveld - van der Slikke
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake partneralimentatie en echtscheiding

In deze zaak gaat het om een hoger beroep betreffende de beschikking van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, van 6 september 2016, waarin de echtscheiding tussen partijen is uitgesproken en partneralimentatie is vastgesteld op € 1.370,- per maand. De man, appellant, heeft in zijn beroepschrift verzocht om de beschikking te vernietigen voor zover het betreft de echtscheiding en de partneralimentatie. Hij heeft aangevoerd dat er geen sprake is van een duurzame ontwrichting van het huwelijk en dat hij niet wil scheiden. De vrouw, verweerster, heeft in haar verweerschrift verzocht om de grieven van de man af te wijzen.

De mondelinge behandeling vond plaats op 15 mei 2017, waarbij beide partijen aanwezig waren. De man heeft tijdens de behandeling verklaard dat hij het eens is met de echtscheiding, maar bezwaar heeft tegen de inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand vanwege de financiële gevolgen. Het hof heeft vastgesteld dat de man zijn eerdere stelling over de duurzame ontwrichting van het huwelijk niet langer handhaaft, waardoor zijn eerste grief faalt. Het hof heeft de bestreden beschikking op dit punt bekrachtigd en verdere beslissingen aangehouden.

De uitspraak is gedaan door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 1 juni 2017, waarbij de beschikking van de rechtbank Limburg is bekrachtigd voor zover deze de echtscheiding betreft. De zaak is van belang voor de beoordeling van partneralimentatie en de voorwaarden waaronder echtscheiding kan plaatsvinden.

Uitspraak

GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
Uitspraak: 1 juni 2017
Zaaknummer: 200.205.020/01
Zaaknummer eerste aanleg: C/03/215050 / FA RK 15-4353
in de zaak in hoger beroep van:
[appellant],
wonende te [woonplaats] ,
appellant,
hierna te noemen: de man,
advocaat: aanvankelijk mr. L.E.M. Elbertse, thans zonder advocaat,
tegen
[verweerster],
wonende op een geheim adres in Nederland,
verweerster,
hierna te noemen: de vrouw,
advocaat: mr. L.P.W. Zanders.

1.Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst naar de beschikking van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, van 6 september 2016.

2.Het geding in hoger beroep

2.1.
Bij beroepschrift met producties, ingekomen ter griffie op 5 december 2016, heeft de man verzocht, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, voormelde beschikking te vernietigen voor zover het betreft de uitgesproken echtscheiding en voor zover daarbij de partneralimentatie is bepaald op € 1.370,- (hof: per maand) en, opnieuw rechtdoende:
- het verzoek om de echtscheiding uit te spreken, af te wijzen;
- het verzoek om partneralimentatie te bepalen, af te wijzen dan wel deze alimentatie te bepalen op nihil en de betalingsverplichting te beperken tot een periode gelijk aan de duur van het huwelijk.
2.2.
Bij verweerschrift met producties, ingekomen ter griffie op 26 januari 2017, heeft de vrouw verzocht bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de grieven en verzoeken van de man af te wijzen als zijnde niet-ontvankelijk, dan wel ongegrond, niet bewezen en/of feitelijk onjuist.
2.3.
De mondelinge behandeling, die uitsluitend betrekking had op dat deel van het hoger beroep dat ziet op de door de rechtbank uitgesproken echtscheiding, heeft plaatsgevonden op 15 mei 2017. Bij die gelegenheid zijn gehoord:
  • de man;
  • de vrouw, bijgestaan door mr. Zanders en door de tolk de heer M. Chibiane.
Mr. Elbertse heeft het hof bij bericht van 5 mei 2017 laten weten niet bij de mondelinge behandeling aanwezig te zullen zijn. Bij bericht van 15 mei 2017 heeft mr. Elbertse zich als advocaat onttrokken.
2.4.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van de inhoud van de processtukken van de eerste aanleg, ingekomen ter griffie op 15 december 2016.

3.De beoordeling

3.1.
Partijen zijn op 15 juli 2011 met elkaar gehuwd.
3.2.
Bij de bestreden beschikking heeft de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond,
onder meer tussen partijen de echtscheiding uitgesproken.
3.3.
De man is van deze beschikking in hoger beroep gekomen en heeft verzocht zoals hiervoor onder rechtsoverweging 2.1 is weergegeven.
3.4.
De eerste grief van de man is gericht tegen de echtscheiding. In het beroepschrift voert hij met deze grief aan dat er geen sprake is van een duurzame ontwrichting van het huwelijk van partijen en dat hij niet wil scheiden.
De vrouw heeft de grief van de man bestreden.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de man verklaard dat hij het eens is met de echtscheiding, maar dat hij bezwaar heeft tegen de inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand vanwege de daaraan verbonden financiële gevolgen. Het hof begrijpt uit deze verklaring van de man dat hij zijn stelling dat het huwelijk niet duurzaam is ontwricht, niet langer handhaaft zodat de eerste grief van de man faalt. Het hof is van oordeel dat het door de man aangevoerde bezwaar tegen de inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand geen in aanmerking te nemen verweer tegen de echtscheiding vormt.
Het hof zal de bestreden beschikking op dit punt dan ook bekrachtigen.
3.5.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

4.De beslissing

Het hof:
bekrachtigt de beschikking van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, van
6 september 2016 voor zover daarbij de echtscheiding tussen partijen is uitgesproken;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mrs. J.H.J.M. Mertens - Steeghs, C.N.M. Antens en M.C. Bijleveld - van der Slikke en is in het openbaar uitgesproken op 1 juni 2017 in tegenwoordigheid van de griffier.