Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de man;
- de vrouw, bijgestaan door mr. Zanders en door de tolk de heer M. Chibiane.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om een hoger beroep betreffende de beschikking van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, van 6 september 2016, waarin de echtscheiding tussen partijen is uitgesproken en partneralimentatie is vastgesteld op € 1.370,- per maand. De man, appellant, heeft in zijn beroepschrift verzocht om de beschikking te vernietigen voor zover het betreft de echtscheiding en de partneralimentatie. Hij heeft aangevoerd dat er geen sprake is van een duurzame ontwrichting van het huwelijk en dat hij niet wil scheiden. De vrouw, verweerster, heeft in haar verweerschrift verzocht om de grieven van de man af te wijzen.
De mondelinge behandeling vond plaats op 15 mei 2017, waarbij beide partijen aanwezig waren. De man heeft tijdens de behandeling verklaard dat hij het eens is met de echtscheiding, maar bezwaar heeft tegen de inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand vanwege de financiële gevolgen. Het hof heeft vastgesteld dat de man zijn eerdere stelling over de duurzame ontwrichting van het huwelijk niet langer handhaaft, waardoor zijn eerste grief faalt. Het hof heeft de bestreden beschikking op dit punt bekrachtigd en verdere beslissingen aangehouden.
De uitspraak is gedaan door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 1 juni 2017, waarbij de beschikking van de rechtbank Limburg is bekrachtigd voor zover deze de echtscheiding betreft. De zaak is van belang voor de beoordeling van partneralimentatie en de voorwaarden waaronder echtscheiding kan plaatsvinden.