Uitspraak
hij op of omstreeks 25 september 2013 te IJzendijke, gemeente Sluis, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers hebben/heeft verdachte en/of diens mededader(s) met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg, die [slachtoffer] met een vuurwapen meermalen, althans eenmaal, door het hoofd geschoten, tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden;
hij in of omstreeks de periode van 16 september 2013 tot en met 25 september 2013 te Dordrecht en/of IJzendijke, gemeente Sluis, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meer wapens van categorie II/III, te weten enig vuurwapen (Walther-P1), en/of munitie van categorie II/III, te weten twee, althans één of meer patro(o)n(en) (9 mm), voorhanden heeft gehad.
hij op 25 september 2013 te IJzendijke, gemeente Sluis, tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers hebben verdachte en diens mededader met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg, die [slachtoffer] met een vuurwapen meermalen door het hoofd geschoten, tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden.
hij op 25 september 2013 te IJzendijke, gemeente Sluis, tezamen en in vereniging met een ander een wapen van categorie III, te weten een vuurwapen (Walther-P1), en munitie van categorie III, te weten twee patronen (9 mm), voorhanden heeft gehad.
Standpunt verdediging
Oordeel van het hof ten aanzien van feit 1
“eerst de oude mensen met elkaar gaan praten en die regelen het dan”(pg. 509). Ook door [getuige 2] , een vriend van [slachtoffer] , is verklaard dat [betrokkene 2] was uitgehuwelijkt aan haar neef maar dat zij niet met die neef wilde trouwen (pg. 350 e.v.). Op 18 september 2013 ontving [getuige 2] een bericht van [betrokkene 2] op zijn telefoon waarin stond dat [verdachte] [betrokkene 2] had geslagen en haar tanden waren gebroken. Volgens [getuige 2] heeft [slachtoffer] zich toen gemeld bij de politie. [betrokkene 2] is vervolgens thuis opgehaald.
“het niet (vond) kunnen en daarom (…) [slachtoffer] (is) neergeschoten”(pg. 498). Ook heeft hij op de vraag van de politie of de familie-eer was hersteld nu iemand uit de familie [slachtoffer] heeft neergeschoten, verklaard dat dit volgens zijn vader wel het geval is (pg. 499).
“Hij heeft van iemand gehouden en is omwille daarvan heen gegaan.”(pg. 1021). [medeverdachte 2] zegt kort daarna tegen [getuige 10] :
“Nu zeg ik niet dat [slachtoffer] schuldig is of die eerloze hoer niet schuldig is. Zij is nog duizend keer meer schuldig dan [slachtoffer] .”[getuige 10] zegt dat hij hem (het hof begrijpt: [slachtoffer] ) heel vaak heeft gewaarschuwd (pg. 1021). Het gesprek gaat verder waarna [medeverdachte 2] op enig moment zegt: “
Die hoer is twee dagen eerder meegenomen door de politie. Als dat niet was gebeurd dan had ik haar thuis in stukken gehakt dus. Het maakt niet uit of ik dan levenslang in de gevangenis was beland. (…) Allah is groot, ik kom haar ooit tegen”(pg. 1022). Daarnaast volgt uit een afgeluisterd gesprek tussen [getuige 11] van 29 januari 2014, zijnde een broer van [verdachte] en [medeverdachte 2] , en [getuige 12] dat [getuige 11] bij [verdachte] op bezoek is geweest en dat [verdachte] had gezegd:
“Maak je geen zorgen om mij, het is niet erg, als ik…als wij dit niet hadden gedaan, dan zou men zeggen dat de familie van [familie X] ( [familie X] ) eerloos is. Het moest.”(pg. 1113).
“omdat er politie was”. Dat laatste was niet het geval. [getuige 15] zegt dan dat ze zullen wachten (pg. 358).
“geklaard”had beantwoordt [medeverdachte 1] bevestigend (pg. 358).
“Ik ben in België. Jullie hadden tegen ons gezegd ‘er is niks’. Je kunt komen. Toen ik op het vliegveld aan kwam, hebben ze mij gelijk opgepakt.”Even later in dat gesprek zegt [medeverdachte 2] tegen [medeverdachte 1] dat [medeverdachte 1] bang werd voor zijn vader (
hof: hiermee wordt bedoeld: [verdachte]) en daarvoor is weggegaan. Ook zegt hij dat [medeverdachte 1] van niks weet en dat broer het allemaal op zich heeft genomen. [medeverdachte 1] moet wel eerst weten wat [verdachte] heeft verklaard zodat hij zijn verklaring daaraan kan aanpassen (pg. 1136 en 1137). Hieruit volgt dat [medeverdachte 2] [medeverdachte 1] instrueert over welke verklaring hij, [medeverdachte 1] , bij de politie moet afleggen.
“Amo”en dat deze
“de banden en zo in de machines heeft gedaan en alles heeft gewassen”(pg. 1222).
“diegene in Duitsland, bij wie die witte was(het hof begrijpt: de witte Audi)
, die witte heeft gebracht om te wassen”. [medeverdachte 2] antwoordt dat hij het wel heeft gedaan, in zijn geheel en twee keer (pg. 1235).
“Doe het”(pg. 121, 1175). [medeverdachte 1] heeft vervolgens met de Audi van het bedrijf [slachtoffer] naar de werklocatie gebracht. Hij bewerkstelligt dat hij alleen met [slachtoffer] op de werklocatie blijft; hij stuurt de andere werknemers met een smoes weg en instrueert hen dat zij nog niet terug mogen komen. Ook [verdachte] is met een auto van het bedrijf naar de werklocatie gereden. Hij arriveert rond het tijdstip waarop [slachtoffer] van het leven wordt beroofd op de plaats delict. Het wapen waarmee [slachtoffer] van het leven wordt beroofd is ofwel door [verdachte] , ofwel door [medeverdachte 1] meegenomen.
“geklaard”heeft.
“Doe het”en de kennelijke bemoeienis van [medeverdachte 2] met het sturen van [medeverdachte 1] en [slachtoffer] naar de werklocatie in een auto van het bedrijf en gezien de contacten met hem die ochtend, kan uit het om 09:02:38 uur gevoerde telefoongesprek tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] worden afgeleid dat [medeverdachte 1] [medeverdachte 2] er op dat moment van op de hoogte stelt dat [slachtoffer] van het leven is beroofd. Vervolgens belt [verdachte] het alarmnummer 112 en stelt [medeverdachte 2] korte tijd later zijn familieleden op de hoogte.
“Als wij dit niet hadden gedaan, dan zou men zeggen dat de familie van [familie X] eerloos is. Het moest”(pg. 1113).
“Je weet dat je vader het je had gezworen”, waarop [betrokkene 2] zegt: “
Ik weet dat hij het had gezworen (…).”
Oordeel van het hof ten aanzien van feit 2
Standpunt van de verdediging
Overwegingen van het hof naar aanleiding van de gevoerde verweren
- Materiele schade: € 23.140,00 (gederfde inkomsten)
- Immateriële schade: € 7.500,00 (shockschade)
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
20 (twintig) jaren.
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: