In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 8 juni 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over de wijziging van de kinderalimentatie na een echtscheiding. De man, verzoeker in hoger beroep, had in eerste aanleg verzocht om wijziging van de eerder vastgestelde kinderalimentatie, die was vastgesteld op € 116,29 per kind per maand. De man stelde dat zijn financiële situatie was veranderd en dat hij niet in staat was om de alimentatie te betalen. De vrouw, verweerster in hoger beroep, had geen verweerschrift ingediend en was niet verschenen op de zitting. Het hof heeft vastgesteld dat de man sinds de echtscheiding in een benarde financiële situatie verkeert, met een netto besteedbaar inkomen van € 1.962,- per maand en aanzienlijke schulden. Het hof heeft de draagkracht van de man vastgesteld op € 348,- per maand, maar heeft ook rekening gehouden met de verhoogde woonlasten die de man sinds zijn verhuizing naar de voormalige echtelijke woning heeft. Het hof heeft geoordeeld dat de man, gezien zijn financiële situatie, niet in staat is om een bijdrage te leveren in de kosten van de verzorging en opvoeding van de kinderen. De vrouw had verzocht om wijziging van de echtscheidingsbeschikking en het ouderschapsplan, maar het hof heeft deze verzoeken afgewezen. De uitspraak benadrukt het belang van de draagkracht van de alimentatieplichtige en de relevante wijziging van omstandigheden na de echtscheiding.